Perseverantia

Aankoop

Op 23 september 1903 koopt Selius samen met zijn vriend Johannes de Vlas een perceel van de voormalige Koolteerdistilleerderij Perseverantia aan de Trekweg in Harlingen. Waarom zij dit stuk grond kopen is een raadsel want de grond is sterk vervuild.  Misschien kopen ze het deel waarop de directeurswoning nog als enig overgebleven gebouw op staat, maar de nota die van de koop getuigt, vermeldt dat niet.

Onderstaand de tekst van de nota uit 1903

G-Directeurswoning Perseverantia STAAT van KOSTEN door Heeren S.J. Timmenga en J. de Vlas verschuldigd wegens den aankoop van het 10der ten overstaan van Mr. A.H. VAN KLEFFENS, Notaris te HARLINGEN, op 23 Septb / 7 Octb 1903 geveilde perceel en der voormalige Koolteerdistilleerderij “Perseverantia” gelegen onder Almenum afkomstig van de Heeren D.L. Ingelse & J.G. van der Luiden en aangekocht met inbegrip der overnemingsson voor f 449,-

De kooper heeft binnen acht dagen na de finale toewijzing te voldoen:
a. Als verhooging van koop- en overnemingssom, zonder nadere verrekening,
6% van f 449,- alzoo .  .  .  .  .  .  .  . f 26,94
b. Als renteloos voorschot, om dit bedrag bij de betaling der koopsom te korten, door den verkooper verlegd:
strijkgeld.  .   .   .   .   .   .   .   .   .  .  .  . f 8,00
lokaalhuur en verteringskosten  f 4,00
_______
12,00
___________
te zamen f 38,94

Voldaan op 14 october 1903

 

Het terrein Perseverantia is totdat het terrein gesaneerd wordt één van de meest verontreinigde gebieden van Friesland. Tussen 1895 en 1901 destilleerde de teerfabriek Perseverantia uit koolteer producten zoals naftaline en carbolzuur. Echte milieuwetgeving was er toen nog niet. Dit heeft er voor gezorgd dat de grond zwaar verontreinigd is met onder andere pek.
G-18950412-aanbestedingOp 12 april 1895 wordt er een advertentie in de Leeuwarder Courant geplaatst over een aanbesteding. Het gaat over het bouwen van een aantal panden voor een koolteerdistilleerderij. De NV die hiervoor is opgericht de “Naamloze Vennootschap Koolteerdistilleerderij Perseverantia”, gevestigd in Harlingen, doet de aanbesteding. Op dat moment kan niemand nog vermoeden dat deze onderneming later als schoolvoorbeeld zal worden gebruikt om aan te geven hoe ondernemingen de mist in kunnen gaan.

G-18950423-aanbesteding gegundHet is niet bekend wie er hebben ingeschreven, mogelijk ook Selius of één van zijn broers, maar de aanbesteding wordt gegund aan de laagste inschrijver die uit Leeuwarden komt.

 

 

 

 

Het plan

De oprichter van de fabriek is Thomas Smit,  geboren in Harlingen in 1839. In 1869 vestigt hij zich in Amsterdam waar hij al drie jaar procuratiehouder is bij de Maatschappij voor Chemische Industrie te Amsterdam, een koolteer verwerkend bedrijf.  In de jaren dat Thomas voor deze firma werkt is de koolteerindustrie in België en Engeland al veel machtiger dan de paar Nederlandse koolteerverwerkende bedrijven. Omdat de vraag naar koolteer in Noordwest-Europa groter wordt dan de gasfabrieken in totaal produceren bepalen kunnen er hoge prijzen worden gevraagd. Om de prijs te kunnen drukken vormen de gezamenlijke koolteerbedrijven in Engeland en België in 1890 het zogenaamde teerkartel en  bepalen nu wat zij willen betalen voor de koolteer van de gasfabrieken.  Deze fabrieken worden hiermee praktisch geheel afhankelijk van de productiecapaciteit van de in het kartel verenigde koolteerfabrieken. De Maatschappij waar Thomas werkt heeft zich, evenals de andere Nederlandse koolteerbedrijven, bij het kartel aangesloten.

G-Gasfabriek uit 1910

Thomas Smit, nog steeds werkzaam in Amsterdam, moet nu toezien hoe een derde van de in Nederland geproduceerde koolteer naar Belgische fabrieken gaat. De firma waar hij voor werkt moet hierdoor inkrimpen. Thomas Smit heeft een levendig en tot ondernemen geneigd karakter en besluit het teerkartel te gaan doorbreken. Hij neemt ontslag in Amsterdam en gaat terug naar zijn geboortestad Harlingen met het plan om daar een koolteerfabriek oprichten zodat de gasfabrieken in Nederland niet meer afhankelijk zijn van het teerkartel.  Mede door opboeiende economie weet Thomas een groot aantal Harlinger ondernemers en geldschieters zover te krijgen om 500.000 gulden in deze onderneming te steken. Maar ook van buiten Harlingen wordt kapitaal geïnvesteerd o.a. door handelsfirma Merrem en la Porte uit Amsterdam  voor 100.000 gulden. Thomas Smit doet zelf voor 4.000 gulden mee. De bouw van de nieuwe koolteerfabriek in Harlingen kan beginnen.

De foto bovenstaand toont een gasfabriek uit 1910

 

De producten en de markt

G-Krimoorlog-veldhospitaalVoor de producten die het bedrijf uit de koolteer maakt (zie de tabel onderstaand) worden rond 1890 redelijke tot zeer goede prijzen betaald. Vooral naftaline en carbolzuur zijn prijzig. De prijs van carbolzuur heeft zijn piek bereikt, gedurende de Krimoorlog (1855-1856) wordt gebruikt als desinfecterend middel. Het aantal soldaten dat in de 19e eeuw aan wondinfectie overlijdt, is vaak hoger geweest dan het aantal gesneuvelden op het slagveld. Door het gebruik van carbolzuur in de veldhospitalen zijn toen vele levens gered.

G-Koolteerpek

Vaten-gevaarlijke-stoffen
De producten die uit de koolteer worden gemaakt zijn koolteerpek, antraceen, naftaline, benzol, creosoot, carbolzuur of fenol en toluol.

★ Koolteerpek is een bijproduct van het omzetten van kolen naar cokes of kolengas. Het is een kleverige, donkerbruine of zwarte vloeistof. De feitelijke componenten die deel uitmaken van koolteerpek variëren omdat de chemische stoffen in de kolen kunnen verschillen, maar bestaat hoofdzakelijk uit een breed scala van verschillende fenolen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Het wordt vooral verbrand als goedkope brandstof of verder verwerkt in andere materialen zoals vroeger voor dakbedekking.

★ Antraceen wordt gebruikt voor het maken van kleurstoffen. Het is een milieugevaarlijke en giftige stof die kanker kan veroorzaken. Bovendien is deze stof zeer giftig voor in het water levende organismen. De stof heeft een hormoonverstorende werking.

★ Naftaline of naftaleen wordt gebruikt voor synthese van oplosmiddelen, kunststoffen en brandstoffen. De letale dosis voor een mens ligt op ongeveer 5 gram. Naftaleen geeft op de huid irritaties en kan in het lichaam de rode bloedcellen beschadigen. Bij inademing kan het tot irritatie van de slijmvliezen leiden en tot overgeven, verwardheid en misselijkheid leiden. Bij inname leidt naftaleen tot maag-darmklachten, ademhalingsproblemen en krampen. Ondanks de geringe wateroplosbaarheid kan naftaleen leiden tot beschadiging van de lever, nieren en de ogen. Van naftaleen wordt vermoed dat het kanker verwekt.

★ Benzol is een kleurloze, aromatische, brandbare vloeistof, die wordt gebruikt als grondstof voor allerlei chemische producten en als oplosmiddel voor rubber, vetten en lakken. Benzol is giftig, maar niet in die mate als sommige van de andere stoffen die uit koolteer gewonnen worden. Het is pas dodelijk als er een heel hoge dosering ingenomen wordt of een kleinere dosering gedurende langere tijd.

★ Creosoot is een klassiek houtverduurzamingsmiddel, maar in veel Europese landen is het wegens de schadelijke bijeffecten verboden.

★ Carbolzuur of fenol is een verbinding met zeer veel toepassingen in de organische synthese, het is dan ook een grondstof voor zeer veel kunststoffen (fenolharsen zoals bakeliet) en geneesmiddelen. Fenol is giftig bij opname door de mond, bij inhalatie en huidabsorptie en bij hogere dosis dodelijk.

★ Toluol of tolueen wordt onder andere als verdunningsmiddel en als grondstof in de chemie gebruikt. Het is het belangrijkste bestanddeel van thinner. Het is ook een onderdeel van benzine en wordt gebruikt als oplosmiddel in bandenplakmiddel. Bij het gebruik van solutie bij lijmsnuiven als vorm van drugsgebruik, is tolueen de werkzame stof. Het kan o.a. leiden tot geheugenverlies.

 

 

Milieuwetgeving eind 19e eeuw

G-vervuilde-slootEr is aan het einde van de 19e eeuw nog geen echte milieuwetgeving hoewel omwonenden wel bezwaar in kunnen dienen bij de gemeente. Of er zijn geen bezwaren geuit in het geval van Perseverantia of ze zijn door de gemeente Harlingen genegeerd.
De directeur van Perseverantia, W.A.C. Fontein, moet wel een aantal vragen van de gemeente over de hoogte van de fabrieksschoorstenen en het gebruik van het slootwater beantwoorden. Men is beducht voor vervuilde sloten tenslotte is er veel landbouw en veeteelt in de omgeving.  Er wordt vooral gevreesd dat het vee ziek wordt. Ook vraagt de gemeente inlichtingen over de afvoer van de rookgassen. In het antwoord van Fontein vinden we onder andere het volgende over de fabrieksschoorstenen: Deze krijgen de minimaal voorgeschreven hoogte van twaalf meter. Over het gebruik van het water schrijft hij dat dit alleen als koelwater gebruikt zal worden en net zo schoon de fabriek weer zal verlaten als het erin komt. Vragen betreffende de chemische stoffen die het bedrijf zal produceren en hoe men wil voorkomen dat deze niet in de grond zullen komen stelt de gemeente niet. Men verleent de vergunning en de eerste, en tot nu toe laatste, chemische fabriek bij Harlingen kan gebouwd worden.

G-schapen2

Overigens merken de omliggende bewoners later wel wat de consequenties zijn van het hebben van een fabriek als buur.  Er verandert nogal wat in de Koningsbuurt, een industriële buurtje waar men al eeuwenlang stenen en dakpannen bakt en op de  landen eromheen koeien en schapen laat grazen. Voor een aantal bewoners betekent de komst van de fabriek vast werk. Voor anderen een bron van overlast.  Een beschrijving van wat er bijvoorbeeld fout kan gaan bij het leeg laten lopen van de distilleerketels na de distillatie, als er alleen nog maar pek in de ketel zit wordt gegeven door D. de Vries. Hij is in 1890 in de Koningsbuurt geboren en komt gedurende zijn lagere schooltijd vier keer daags langs de fabriek. Het verhaal gaat als volgt:


G-pekVoor de fabriekshal is een rechthoekige gemetselde bak ongeveer 50 à 60 cm diep. Hierin stroomt vanuit de fabriekshal vloeibare pek, die vermoedelijk door onkunde van de bewerkers af en toe onder de toegangsdeuren( van het fabrieksterrein) doorstroomt over het voetpad en zo in het water(Trekvaart) loopt. De afschuwelijke gele dikke rook, die met het pek tevoorschijn komt is voor de bewoners van de omgeving iets verschrikkelijks en klacht op klacht gaat dan ook naar het gemeentebestuur.

 

 

De start

Al snel wordt er in 1895 gestart met de bouw en verrijst er tussen de Trekvaart en de spoorlijn Harlingen – Leeuwarden een indrukwekkend complex gebouwen waarin de distilleerinstallatie wordt ondergebracht. Stoom, elektriciteit en een eigen watertoren behoren allemaal tot de uitrusting van de nieuwe fabriek. Over de watertoren verschijnt op 2 november 1895, de productie is dan net van start gegaan,  in de Leeuwarder Courant het volgende bericht:

Harlingen, 31 Oct. Van den ongeveer honderd voet hoogen watertoren der fabriek “Perseverantia” viel een Duitsch werkman van de stelling. Met een gebroken kaak, een schedelbreuk en een paar gebroken ribben, werd hij naar het gesticht der ziekenverpleging gebracht, waar zijn eerste vraag was, nadat hij tot bewustzijn was gekomen, ‘of hij soms gevallen was’. Naar omstandigheden maakt de patiënt het vrij wel.

G-18951104-verzekeringBlijkbaar maakt het ongeluk indruk, of misschien is het toeval, maar twee dagen later, op 4 november  komt het bericht rechts in de Leeuwarder Courant te staan. Later zal blijken hoe relevant deze verzekering is.

 

Hoe ziet de fabriek er uit
G-tekening-fabriekEr is een flink aantal gebouwen zoals twee distillatiegebouwen, vijf schoorstenen, gebouwen om te koelen, wassen en persen en een directeurswoning. Op het fabrieksterrein ligt een aftakking van het spoor Harlingen-Leeuwarden en hierover rollen de ketelwagens, ieder gevuld met 10 ton koolteer, het fabrieksterrein op. De inhoud van deze wagons wordt gelost in de teerput,  een gemetselde bak. Nadat de koolteer van ammoniakwater gescheiden is, wordt het opgepompt naar het distillatiegebouw waarin zes grote distilleerketels staan die elk 20 ton teer kunnen bevatten. Tegen dit gebouw zijn drie schoorstenen gebouwd. Dan is er ook het ketelhuis waar de stoom wordt opgewekt om de werktuigen in de fabriek aan te drijven. We weten dat de eerste elektriciteitscentrale in Friesland pas geopend wordt in 1911 in Grouw, waarbij Selius de bouw  verzorgt, dus alles wordt nog op stoom aangedreven.  Er is ook nog een aantal tanks voor de opslag van de eindproducten. De teerolie die uit de koolteer wordt gedistilleerd wordt in de verschillende gebouwen op het fabrieksterrein gekoeld, gewassen, geperst, weer gedistilleerd en gerectificeerd totdat er diverse eindproducten overblijven.
Wat er achterblijft in de distilleerketels is pek, die men in de pekput laat lopen. Daar koelt het af, stolt en wordt het later losgeslagen, tot gruis gemaakt en gebruikt als bindmiddel bij het maken van briketten.

De eerste jaren

1896

G-18960905-carbolineum Klachten of geen klachten de fabriek werkt door. Perseverantia gaat met zijn eigen producten de markt op. Een daarvan is “Carbolineum Perseverantia”. Het wordt geleverd in de kleur van notenhout in vaten van 200 kilogram.

G-stokers

G-18960704-uitbreiding In dit jaar wordt de fabriek uitgebreid hetgeen de lening verhoogt met f 150.000,-.

1897

G-19870216-advertentie Er wordt reclame gemaakt in de Leeuwarder Courant voor een ander product van Perseverantia namelijk ruw carbolzuur.
G-18970507-ongeval Bijna tegelijkertijd wordt er melding gemaakt van een naar ongeval.

 

Het vervolg

1889

G-18991209-ongeluk Er gebeurt weer een ernstig ongeluk. Op zich niet ongebruikelijk want de arbeidsomstandigheden zijn in die tijd heel anders dan nu

1900
Het aanvankelijke optimisme, kenmerkend voor iedere startende onderneming, maakt na een aantal jaar plaats voor grote bezorgdheid bij de aandeelhouders. De lucratieve koolteermarkt in Nederland is door de komst van Perseverantia verandert in een strijdperk waar hard wordt gevochten om de nu schaarse grondstof. Weliswaar wordt de invloed van het teerkartel in Nederland in die jaren doorbroken maar de productiecapaciteit in Nederland is te groot geworden. Ook vindt er een aantal ongelukkige gebeurtenissen plaats.

G-1900-0714-brand Er is brand uitgebroken, gelukkig heeft de ramp wat minder gevolgen dan verwacht.

 

Het einde

1901
En weer zijn er ongelukken. Bovendien nemen de klachten van de omwonenden en de omliggende landbouwbedrijven toe. De bevolking heeft spijt van het geen strobreed in de weg leggen bij de komst van de fabriek.

G-19010629-klachten De omliggende bedrijven klagen steen en been. Het is moeilijk voor te stellen dat vele mensen de landbouwgewassen gewoon geconsumeerd hebben. Waarschijnlijk is de uitstoot al schadelijk voor de gezondheid geweest, het drinkwater zal niet al te best geweest zijn en dus het eten en de melkproducten en vleesproducten uit de omgeving ook niet.

G-pruimenboom

19011127-ontploffing Een ernstige ontploffing en brand

G-werknemers

Werknemers van Perseverantia

1902

G-19020315-stilleggen De fabriek wordt stilgelegd, dit valt te lezen in een heel klein stukje in de krant. Voor de omwonenden die geen financieel belang hebben bij de fabriek zal dat een opluchting zijn, voor de arbeiders en hun gezinnen is het minder goed nieuws.
G-19020602-tekoop G-19020716-kippen te koop G-19020919-veiling Vanaf juni 1902 wordt alles te koop gezet, het is het definitieve einde van de fabriek
G-19021022-resultaat Het resultaat van de veiling valt enorm tegen. Er is bij de start alleen voor het neerzetten van de gebouwen meer dan het drievoud uitgegeven. De journalist die verslag doet van het tegenvallende resultaat haalt de brandverzekering aan. Misschien om het veilingresultaat in perspectief te zetten, misschien ook om een verregaande reden. Er is immers tot twee keer aan toe vlak voor het bedrijf de deuren moet sluiten brand uitgebroken. Dat geeft te denken…

Na al en paar keer stilgelegd te zijn moet het jonge bedrijf in 1902 zijn activiteiten staken. In juni van dat jaar worden alle machines, gebouwen en transportmateriaal uit de hand verkocht. De gehele distillatieapparatuur wordt overgenomen door de Utrechtse Asfaltfabriek.  Selius koopt een jaar na dato een stuk grond. De bedrijfsgebouwen van Perseverantia worden gesloopt en alleen het administratiegebouw, tevens directeurswoning blijft staan. Het heeft er nog ruim een eeuw gestaan als een stille getuige van een zakelijk avontuur dat Perseverantia heette.

Verkoop

Selius koopt het land samen met zijn vriend en zakenpartner Jan de Vlas. We zien geen bewijs van verkoop van het stuk land. Mogelijk kunnen ze het door de vervuiling niet meer slijten, mogelijk is de verkoopakte verloren gegaan.
Misschien hebben beiden goedkoop de grond gekocht en er toch nog winst op gemaakt, misschien is dit één van de zeldzame gevallen waar Selius de plank een beetje mis geslagen heeft.

Bronnen en Foto’s: Fokke Sytema, Johannes de Vries, Tresoar, Leeuwarder Courant via Delpher, Wikipedia, natuurlexicon.be, brianaltonenmph.com, Den Haag FM, Tijdschrift der Nederlandse Maatschappij ter bevordering voor Nijverheid, Agriwiki, bomensnoeien.com
Het bovenstaande verhaal over de fabriek Perseverantia is voor een groot deel gebaseerd op de website van Fokke Systema. Hij heeft op deze website interessante en boeiende verhalen geschreven, waaronder over deze fabriek. Hij heeft gegevens gebruikt uit het boek “De markt als Spiegel”, geschreven door Joh. de Vries.

 

Naar menu Selius