Johannes Heurnius en de prinsen van Oranje

Lijfarts van Willem van Oranje en Prins Maurits

Willem van OranjeJoannes zou lijfarts geweest zijn van Willem van Oranje en diens zoon Prins Maurits. Of dat klopt valt te bezien. Het is te lezen in het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek:
‘Van H. was als practicus zeer gezien en de geneesheer van vele bekende personen, allereerst van de prinsen Willem I en Maurits, verder van prinses Emilia, gehuwd met Prins Emanuel van Portugal.’
Argument voor is dat hij wel degelijk bij Prinses Emilia lijkt te zijn geweest. Er zijn vele bronnen die hier melding van maken. Ook was Joannes bevriend met Pieter van Foreest die op medisch gebied door Prins Willem I geconsulteerd werd. Hij kende dus waarschijnlijk de Oranjes wel of verkeerde in ieder geval in hun kringen. Lijfarts van de beide Prinsen was hij misschien niet, maar dat van Foreest wellicht eens met hem in overleg is getreden over de gezondheidstoestand van de Oranjes en dat Joannes zelfs wel eens is meegegaan op één van de bezoeken aan de Prinsen is aannemelijk.

Het Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek is een Nederlands biografisch naslagwerk, waarin biografieën van bekende (en minder bekende maar wel vermeldenswaardige) Nederlanders zijn opgenomen. Het verscheen tussen 1911 en 1937.

 

Prinses Emilia

Prins Maurits op middelbare leeftijdJoannes speelt zoals bovenstaand geschreven een rol bij de nogal dramatische gebeurtenissen rond het ongewenste huwelijk van Prinses Emilia, de volle zuster van Prins Maurits, met Don Emmanuel van Portugal. In het boek vaderlandsche Historie, het achtste deel wordt daar verslag van gedaan.  Zoals onderstaand valt te lezen in een fragment uit dit boek, is hij degene die de prinses er toe overhaalt om weer te gaan eten.

…Maar de andere volle Zuster van Prinsen Maurits, ook Emilia genaamd, was, tot in dit jaar, ongehuwd gebleeven, en trouwde nu, buiten bewilliging, en geheel tegen den zin van haaren broeder en van ’s Lands Staaten. Don Emmanuel en Don Christoffel, zoonen van Don Antonio, verdreeven Koning van Portugal, waren, na ’t omzwerven door Frankryk en Engeland, in de Lente deezes jaars, in Holland gekomen. En de Staaten van dit gewest had den toen in beraad gelegd, om Don Emmanuel zyne Zuster zyn Hof te ruimen.
Zy begaf zig naar Delft, en verviel daar tot groote zwaarmoedigheid, weigerende, eenen tyd lang, spyze te gebruiken: waartoe zy zig, egter, door de behendigheid van Joannes Heurnius, Hoogleeraar in de Geneeskonst, te Leiden, eindelyk, nog beweegen liet.
Midlerwyl, hadden de Staaten Don Emmanuel, te schepe, doen vertrekken naar Wezel. Sedert, maakten zy hun werk van de Prinses te beweegen, om hem uit haare gedagten te zetten.
Doch alle moeite was vrugteloos. Zy beriep zig op haare meerderjaarigheid, en op ’s Lands Privilegien. Haar broeder dreigde haar met zyne hoogste ongenade.
’t Baatte even weinig. Zy volgde haaren man, op de hielen, naar Wezel, keerde, daarna, met hem wederom herwaards, baarde hem verscheiden kinderen, en verkoos, eindelyk Geneve voor haare verblyfplaats, in welks nabuurschap, zy, in de belydenis der Hervormde Leere, gestorven is.
Maurits is, nog eenen geruimen tyd voor haaren dood, met haar verzoend geworden. Maar Don Emmanuel, na haar, eene Spaansche Vrouw getrouwd hebbende, is tot de Spaansche zyde overgegaan.
 Portret van Emillia van NassauManuel de Portugal

Prof. dr. Willem Otterspeer, hoogleraar universiteitsgeschiedenis in Leiden, schrijft over het voorval het volgende waarbij de aangehaalde tekst afkomstig is uit  ‘De eerste twee hoogleeraars’ van Suringar

Heurnius wist van de liefde. Aan de zuster van prins Maurits, die van ellende niet wilde eten, zei hij ‘dat de liefde en amoureusheid eene razernij en dolligheid en eene ziekte is, die noch door goeden raad, noch door medicijnen, nochte eenige goede aanwijzinge noch eenigerhande manier te genezen noch te helpen was’.
Deze zachtmoedige man, een humanist met een grote belezenheid en stilistische vaardigheden, iemand die de oude wetenschap van Hippocrates met zijn eigen bevindingen verrijkte, wist evenzeer van leed als van vrolijkheid. Hij moest vijf van zijn elf kinderen zelf begraven, maar tobde de laatste jaren van zijn leven vooral met de gevolgen van een goede dronk.
 Gravure Ioannes Heunius

 

 

Naar het menu
Terug naar het schema