V í k í M ý r d a l – G o l d e n C i r c l e
Vandaag keren we een beetje op onze schreden terug, want we rijden weer richting Reykjavik. We slaan af bij de route richting de schoonheden van de Golden Circle.
De eerste stop die we maken is eigenlijk bij toeval. We willen even kort de benen strekken voordat we aan zullen komen bij de Geysir en draaien een betaalde parkeerplaats op. We aarzelen nog even, maar betalen dan toch de paar euro die een vriendelijke dame van ons verlangt. We blijken aangekomen te zijn bij de Faxifoss. Een prachtige waterval die vooral indrukwekkend is door de breedte en het omliggende landschap. Er is slechts een handjevol bezoekers en we kunnen afdalen naar vlak bij de waterval. Gelukkig dat we dit niet gemist hebben en ondanks de lichte regen hebben mogen genieten van dit natuurgeweld.
De volgende parel in de gouden ketting is het geothermisch zeer actief gebied in het Haukadalur, een dal in het zuidwesten van IJsland, het Geysir gebied. De Geysir is de naamgever van het alom bekende woord geiser. Geysir is afgeleid van het IJslandse werkwoord að gjósa, dat zoiets als spuiten of (op)borrelen betekent. Helaas is deze geiser niet meer zo actief. De Strokkur is dat wel. Iedere 5-10 minuten spuit deze kokend water en stoom naar boven. De naam Strokkur betekent letterlijk Karnton, dus ton om in te karnen. Nu is er niet een soort signaal of zo dat iemand ondergronds geeft om aan te kondigen dat dat ding gaat uitbarsten, dus dat werd staren door de lens van de camera, totdat het zo ver is. Bij de eerste eruptie schrok ik zo dat ik de sluiterknop miste, dus helaas geen goede foto. Zeer tot vermaak van de man die naast mij zat op het bankje en die zo te zien al vele pogingen had gedaan. Bij de tweede poging meer succes. Ook de man keek met tevredenheid op zijn camera en verdween met de zin ‘enjoy your day’ weer richting de uitgang.
Dan is het intussen alweer tijd voor de lunch. We denken slim te zijn door in het meest op een snackbar lijkende restaurant te gaan zitten. Ik zit lekker terwijl Jens zich in de lange rij stort. Het blijkt de duurste snackbarlunch ooit te worden. Voor een watertje, colaatje, kleine hamburger maatje McDonalds en twee porties friet telt hij zo’n 50 euro neer. Oeffff.
Stap drie van de Golden Circle is de waterval Gullfoss, een waterval in de Hvítá (Witte rivier). Het water valt in twee trappen, die min of meer haaks op elkaar staan, 32 meter naar beneden in een kloof die ook weer geheel haaks op de tweede trap staat. De trappen worden gevormd door harde lagen basalt die worden afgewisseld door zachtere materialen. Je kunt die lagen ook in de 70 meter diepe, 20 meter brede en 2,5 kilometer lange kloof zien. De Hvítá is een gletsjerrivier die echter ook door regen wordt gevoed en kan grote hoeveelheden water vervoeren (50–110 m³/s in de winter tot 100–180 m³/s ’s zomers). Het lawaai van de waterval is dan ook aanzienlijk, zie de video. Jens gaat weer op pad om de waterval van dichtbij te zien. Ik maak nog snel een foto waar hij als een minifiguurtje op staat en begin dan alvast de klim op de enorme trap die we zijn afgedaald om bij het eerste uitkijkplatform te geraken.
Het volgende en voor ons laatste juweel aan het gouden collier is de Kerið (dat betekent vaas), een krater gevuld met water. De Kerið is een explosiekrater en is 170 bij 270 meter groot en 55 meter diep. De krater stortte zo’n 3.000 jaar geleden in en nu kunnen wij genieten van het prachtige kratermeer. Vlak naast de parking waarvoor een klein bedrag betaald moet worden, is het eerste uitzichtpunt met bankjes. Uiteraard wordt dat mijn stekkie en Jens wandelt om de krater en naar beneden. Ik verwacht nog dat hij beneden aangekomen ook een rondje maakt, maar hij laat het bij een blik in het water van dichtbij. Er blijken vreemde waterplanten in te groeien. Uiteraard maak ik de nodige foto’s van zijn avonturen. Het bankje zit heerlijk, het weer is uitstekend en het gezelschap, een vrouw van mijn leeftijd en mederoker is goed. Italianen maken selfies en foto’s, een daarvan vindt het absoluut een must om over de lage afscheiding te stappen en glijdt bijna de afgrond in. We zien dit soort dingen vaker, alles, zelf het wagen van je leven, voor de beste foto. Een stelletje kibbelt een beetje over de foto die de man van de vrouw maakt. Ze is prachtig om te zien en ik kan me niet voorstellen dat ze mogelijkerwijze slecht op de foto zou kunnen staan, maar ze is pas na de vierde foto tevreden. Gelukkig lijkt de man geduldig en een beetje geamuseerd. Kortom, de sfeer is goed, het uitzicht geweldig en ik vind het de perfecte afsluiting van een indrukwekkende ronde langs alle natuurschoon. Over een paar dagen gaan we de Diamond Circle zien, de Noordelijke ‘concurrent’ van de Gouden Cirkel.
Intussen is het best laat geworden en gaan we snel terug naar Vik wat nog een dik uur rijden is. Omdat het eten gisteren zo goed beviel, proberen we eerst de Strondin Pub weer, maar er zijn zeven gezelschappen van wachtenden voor ons. Het is al wat later, dus zo lang willen we niet wachten. Wat een pizzarestaurant leek te zijn, was in werkelijkheid alleen maar een afhaal pizzeria, dus op naar het hotel om te kijken of we daar kunnen eten. We hebben geluk, we hebben het laatst beschikbare tafeltje, maar dan moeten we ons wel haasten volgens de receptie.
De man die de ploeg van de bediening lijkt te leiden, kijkt bedenkelijk, maar na veel aarzeling mogen we gaan zitten. We kiezen beiden lamsschenkel en die ziet er niet alleen fantastisch uit, maar smaakt ook heerlijk. De leidinggevende raakt een jonge vrouw van de bediening in de hals aan en ze lijkt er absoluut niet blij mee te zijn. Jens wordt woedend en vraagt zich af of hij nog actie moet ondernemen en zo ja welke. Het is moeilijk, want wie weet is dit een getrouwd stel met ruzie. Het levert tussen ons in ieder geval een goed gesprek op over me-too, met voor mij nieuwe inzichten over de verkramping die deze op zich goede beweging ook met zich meebrengt. Na het eten zijn we beiden doodop. Morgen verkassen we richting het zuidoosten en dus gaan we bijtijds onder de wol.