Dag 6/7 -20 en 21 september 2023

N E S J U M / H ö F N
J ö k u l s á r l ó n

Vanuit Nesjum rijden we twee dagen op rij naar het Jökulsárlón gletsjermeer en de Vatnajökull gletsjer. De oppervlakte van de Vatnajökull is enorm, het is de grootste gletsjer in Europa en heeft de oppervlakte van drie keer Luxemburg of 11% van IJsland. Het meer is 18 vierkante km. Het meer is pas halverwege de vorige eeuw ontstaan, door de opwarming. De gletsjer trok zich terug van de kust, de afkalvende stukken ijs smolten en vormden uiteindelijk een meer.

Het is 20 september, de dag dat we een tour zouden maken met een superjeep de gletsjer op, maar we worden vroeg in de ochtend gebeld. Of we een gratis upgrade willen naar een rit met de snowscooter, Jens knikt stralend ja en ik ga akkoord als hij rijdt en ik lekker achterop mag meeliften. Dat lekker meeliften blijkt later zwaar werk te zijn, maar het was een once of a lifetime experience voor mij en extra mooie uitzichtpunten, dus al met al een gelukkige wisseling.

Na een uitgebreid ontbijt en een relaxte ochtend, gaan we op pad. We hebben ongeveer een uur nodig om bij het vertrekpunt te komen en we dienen een half uur tevoren aanwezig te zijn. Keurig netjes melden wij ons op tijd bij de keet waarin de firma Glaciertours gevestigd is. We worden ontvangen door een bescheiden, beetje verlegen man, iets later komt zijn tegenhanger binnen, extravert, al grappen makend regelt hij onze pakken, handschoenen (Jens was de zijne ergens kwijtgeraakt – trollenstreek), helmen etc. We mogen plaatsnemen in de superjeep die ons op de gletsjer zal brengen en delen die met drie nogal rustige Aziaten, de vrouw naast mij valt vrijwel direct in slaap. Voorin zit Jens en hij hoort waarschijnlijk als enige het volledige verhaal dat de gids vertelt. Ik vang af en toe stukjes op. Wij hebben de ‘verlegen chauffeur’ en hij rijdt rustig en prettig. De weg omhoog is bij tijd en wijle geen weg, maar een soort stenig pad en na iedere bocht is er weer iets spectaculairs te zien. De kloof die we zien is het punt waar de gletsjer zich 120 jaar geleden bevond. Het duurt nog zeker 15 minuten voordat we bij de huidige rand van de gletsjer aankomen. Onderweg zien we de wallen die door de gletsjer in het verleden zijn ontstaan door opduwing. Een aantal van die wallen liggen honderden meters van de gletsjer af. We zien dus de effecten van de opwarming. Onderweg nog een prachtig meer en kronkelende paden richting de gletsjer. Het is een geweldige rit en ik verdraai bijna mijn nek om al het fraais te aanschouwen.
Zie de korte video voor een impressie.

Plots na een scherpe bocht hebben we de eerste blik op de gletsjer, spectaculair! We rijden er een tijdje langs en dan na de rit die ongeveer 30 minuten duurde draaien we naar rechts en gaan via een steile ‘oprit’ de gletsjer op. We rijden nog een tijdje door langs wat series gletsjerspleten lijken te zijn, totdat we aankomen bij een rijtje snowscooters. We springen uit de hoge jeep en voelen meteen de koude wind over het ijs. Het valt mij niet geheel tegen, ik had, gezien de laatste nogal stormachtige dagen een heftiger wind verwacht. De zon schijnt ook en alle ingrediënten zijn aanwezig voor een geweldige trip. We krijgen eerst een uitgebreide instructie. De eerste scooter achter de gids moet ‘right behind his ass’ zitten en later blijkt hoe serieus Jens dat neemt. Voor de passagiers achterop is er een extra waarschuwing: ‘I do not want to see bags of potatoes on the back seats’. Hoe serieus ik dat neem, blijkt ook later.

Dan is het eindelijk tijd om op te stappen en te vertrekken. Wij krijgen als eerste een snowscooter aangewezen en dat maakt ons de eerste in de rij. Ik denk dat de uitbundige gids (de verlegen man was de laatste in de rij) Jens als verreweg de jongste van het gezelschap wel even een staaltje wilde laten zien. Maar Jens hield stand, hoe hard de man ook reed, hoe scherp de bochten ook waren, nimmer raakte het achterwerk van de man te ver verwijderd. Omdat hij Jens zo gemakkelijk niet kon afschudden, kreeg die het verhaal te horen dat de man wel 200km per uur op de scooter had gehaald en dat we nu ongeveer 70 reden. Het zal wel… Het was de eerste rit voor Jens, dus ik was best trots, maar ook een beetje bang. Eerlijk, het was belangrijk om je goed vast te houden en in de stoel te drukken, maar ook zwaar en een keer schoot mijn linkerhand los en hing ik half naast de scooter. Maar nooit aardappelig, denk ik….

We hebben twee stops en vooral de tweede is prachtig. We lijken alleen op de wereld te zijn en over de witte gletsjer heen zien we de door zon en schaduw felgekleurde bergen. Het is erg winderig op dit punt, maar ergens past dat heel goed bij het landschap. We hebben een gezellig praatje dat ruw wordt onderbroken door woeste kreten van de gids. Een Italiaanse probeert zichzelf in een gletsjerkloof te storten, met als reden, jawel, een goede foto. Ze stond nog geen tien meter van het zichtbare deel van de, volgens de gids 100 meter diepe, kloof af, toen ze na het geschreeuw van de gids rechtsomkeer maakte. Waarschijnlijk scheelde het niet veel, of we hadden een gratis reddingspektakel te zien gekregen, vooropgesteld dat er dan nog iets te redden viel. Gelukkig liep het met een sisser af.

We rijden weer terug naar het startpunt en aangekomen blijkt weer zoals tijdens de gehele tocht dat niemand de gids heeft kunnen volgen behalve Jens. De rest komt aan op respectabele afstand. Na een tijdje wachten is iedereen aanwezig en onthelmd en klauteren we in de hoge jeep. De tocht het dal in is al net zo mooi als de heenweg en het is weer genieten. Omdat niemand uiteraard ooit toiletten op de gletsjer heeft aangelegd en de tocht toch in totaal zo’n drie uur duurde, staat letterlijk iedereen voor de wc in de rij. Gelukkig zijn er twee hokjes.

Een memorabele dag, Later blijkt dat Jens dit het leukste evenement van de vakantie vindt en ik vind de jeeprit omhoog een van de absolute highlights, zo ook het fantastische uitzicht op de Vatnajökull zelf.
Zie de korte video’s om een idee te krijgen van de snowscootertocht.

Weer terug in het huisje ga ik aan de slag met het avondeten. ‘Tartaar’ met champignons, uien, spek en paprika op toast. Het smaakt extra lekker na een actieve dag in de buitenlucht.

Na vroeg in slaap vallen en een schitterende zonsopgang is het 21 september en staat het gletsjermeer (Jökulsárlónmeer) en the Diamond Beach op het programma. Na een lekker ontspannen ontbijtje en rustig aan doen, gaan we op pad richting de Vatnajökullgletsjer. Onderweg komen we, vlak bij het huisje, een gelegenheid tegen om wat schapen te fotograferen.

Onderweg besluiten we eerst te stoppen bij de Diamond Beach. Helaas zijn hier geen echte juwelen te vinden, maar het alternatief is weliswaar minder geld waard, maar minstens zo mooi. Het meer van de Jökulsárlóngletsjer stroomt uit in zee, langs het zwarte strand en daarbij spoelen er vanuit zee kleinere ijsblokken op het strand. Dat geeft een effect van reuze diamanten op een zwarte ondergrond, vandaar de naam. We starten op de parkeerplaats voor de brug die een blik geeft op het strand vanaf de overkant. Jens is nog bezig met het betalen van het parkeergeld als ik door vriendelijke medetoeristen gewezen wordt op een zeehond die tegen de stroom in richting het gletsjermeer begeeft. Je ziet alleen zijn kopje.

Bij de eerste parkeerplaats is het niet zo druk, dus de aanwezigheid van het beestje geeft niet al te veel commotie. Dat is anders als we later vanaf het strand weer een zeehond zien. Verheugde kreten, mensen die naar de vloedlijn rennen, geklik van camera’s alom. Als we later op de dag nogmaals langs het strand rijden, kunnen we precies zien dat er op dat moment ook een zeehond voorbijkomt. Er wordt bijna geapplaudisseerd. Ik denk erover na wat zo’n dier wel moet denken. Hij weet waarschijnlijk dat geen van die, wat in zijn ogen toch een stelletje gekken moet zijn, in de koude zee zal springen om hem kwaad te doen.

Vanaf een soort pier maken we foto’s van de ijsblokken op de overkant en alle mensen die er omheen lopen. Het ziet er vrolijk en mooi uit.

We besluiten eerst naar het meer te gaan om de boottocht te boeken. Dat blijkt een verstandige keuze te zijn, want we lijken de laatste tickets te hebben. We mogen om vier uur instappen en dat geeft ons twee uur de ruimte om te lunchen en the Diamond Beach te bekijken. We eten een eenvoudige, maar heerlijke hotdog. Misschien smaakt die zo goed omdat we lekker buiten zitten in de frisse lucht met een blik op het meer en de andere toeristen. Ik zie een in full Fendi gehuld jongmens, Aziatisch zo te zien, die met een ellendige blik op zijn gezicht ronddwaalt. Hij lijkt absoluut niet op zijn plaats en je ziet aan zijn gezicht dat hij enorm verlangt naar de straten van Shanghai, Tokyo of Seoul of van welke stad hij dan ook maar komt. Hij trekt verkleumd de sjaal nog wat strakker om zijn smalle schoudertjes en ik bedenk dat hij zijn geld, of pappies geld, beter had kunnen besteden aan een lekkere dikke sjaal van de Aziatische versie van HEMA of C&A.

Na de lunch op naar het diamanten strand. De sfeer op het strand en de aanblik is fantastisch. Overal liggen grotere en kleinere ijsblokken. Er is een koude wind, maar die hoort bij de sfeer, de zon maakt het in ieder geval subjectief aangenamer. De anderen op het strand zijn vrolijk, mensen groeten elkaar en doen oprecht hun best om niet door iemands fotomoment heen te lopen. Het strand is lang en dat geeft iedereen ruimte. Een aardige vrouw probeert de eigenaar te vinden van een aangewaaide wollen muts. Kortom het is op alle mogelijke manieren genieten en als dan ook Jens een zeehond te zien krijgt, de eerste had hij gemist, is het plezier compleet. We maken veel foto’s en wandelen van de ene homp ijs naar de andere.

Mooi op tijd vertrekken we richting het meer, waar we kunnen opstappen in een amfibievoertuig voor een tocht langs en over het meer. Eerst nog een lekker warm drankje, want we hebben nog wat minuten om lekker in het zonnetje aan de picknicktafels te zitten. Als we bij het voertuig aankomen blijkt er al een hele rij te staan. Het is een groepsreis van Fransen op gevorderde leeftijd, zelfs ik blijk een van de jongsten aan boord te zijn, laat staan Jens. We stappen als laatste op het voertuig en krijgen een enorm zwemvest aangereikt van een IJslander die je je zo op een vissersboot zou kunnen voorstellen. We krijgen instructies van de jonge vrouw die ons straks informatie gaat geven over de gletsjer en het meer. Ze vraagt of we Frans spreken. Dat is uiteraard niet het geval, dus ze belooft dat ze na haar verhaal aan de Fransen ons info in het Engels zal geven. Ze houdt zich eraan. Ik vind het grappig dat ze zich vooral tot Jens richt, ze lijkt hem aantrekkelijk te vinden. Ik vraag haar waar de felblauwe kleur en de zwarte strepen in de ijsbergen vandaan komen. Ze zegt dat het optisch bedrog is. Hoe groter de dichtheid van het ijs, hoe donkerder het oogt. Ik kijk het later nog na, want het klinkt vreemd. Ik denk dat er iets in de vertaling verloren is gegaan, want volgens Wikipedia is er een andere reden.

Hoe dat ook, het is prachtig. Een tweetal vriendelijke oudere Françaises vraagt Jens waarom hij geen frans spreekt. Hij wil niet zeggen dat hij eigenlijk een hekel aan de taal heeft, dat had hij trouwens in vloeiend frans kunnen communiceren, dus hij laat het bij vriendelijk glimlachen. Dat werkt blijkbaar, want hij wordt vertederd aangekeken door de meeste omaatjes aan boord. Er is ook een reddingsbootje in onze nabijheid. De ietwat jongere man verveelt zich blijkbaar en vaart hard achter ons aan zonder zich ergens aan vast te houden. Goed voor de zeebenen. Net zoals de meesten aan boord fotografeer ik alle schoons om ons heen, inclusief de waaghals in de boot, tenslotte is hij niet onaantrekkelijk en geniet van de tocht. Na een uurtje gaan we richting land en leveren we de zwemvesten in.

Het was een leuke tocht, licht frisjes, zeker niet koud, maar we vinden wel dat we iets warms verdiend hebben, of misschien meer iets lekkers. Ik heb een kraampje met pannenkoeken gezien (heel gebruikelijk in IJsland), je kunt er zowel hartige als zoete versies krijgen. We kiezen beiden voor de bosbes, slagroom, ijs, karamelsaus, poedersuiker versie. Het smaakt heerlijk, we eten het buiten op en na onze bestelling blijkt dat we alweer geluk hebben, de tent sluit, dus we waren net op tijd.

Eenmaal terug in het huisje organiseren we vast de koffers en alles dat door het huisje slingert, want dit wordt helaas de laatste nacht in Myllulækur, morgen willen we een beetje bijtijds vertrekken richting Seyðisfjörður. De naam zegt het al een beetje, we gaan richting de Oostelijke Fjorden.

Extra informatie
Blauw ijs komt voor wanneer sneeuw op een gletsjer valt en wordt samengeperst zodat het onderdeel wordt van de gletsjer. Gedurende de reis afwaarts van de gletsjer worden alle luchtbellen eruit geperst en neemt de grootte van de ijskristallen toe zodat ze helderder worden. Het ijs is om dezelfde reden blauw als dat water blauw kan zijn, namelijk door de absorptie van rood en geel licht zodat blauw licht overblijft. Deze absorptie vindt plaats door hydroxylgroepen. Dit gebeurt echter pas nadat het licht een lange weg (ca. 1 m) al heen en weer kaatsend door het ijs heeft afgelegd. De zwarte stukken komen van vuil dat door de gletsjer wordt opgepikt. De gletsjer beweegt namelijk tientallen centimeters per dag
.