R e y k j a v í k – V í k í M ý r d a l
Via route 1, de ringweg genaamd Þjóðvegur 1 richting Vik i Myrdal. Een mooie route met onderweg toch nog aardig wat bewoning. Veel boerderijen. Al na een paar km van Reykjavík zien we de eerste waterval. Een kleintje, er zullen er nog vele volgen.
Vandaag overbruggen we slechts 187km+ km), dus er is veel gelegenheid om te stoppen. Er is ook veel te zien.
Ongeveer halverwege de route zien we een hele parkeerplaats vol met campers, jeeps en andersoortige voertuigen met daar achter een waterval. We hebben geluk met een parkeerplaats en begeven ons richting waterval. Omdat iedereen dik in de regenkleding gehuld is, besluit Jens ook zijn regenjas mee te nemen. Nuttig, want je kunt achter de waterval langs lopen. De waterval is de Seljalandsfoss (foss is het IJslandse woord voor waterval) en die is maar liefst 65 meter hoog.
Omdat het pad achter de waterval nogal glad is en niet geschikt voor krukken, gaat Jens alleen op pad en ik probeer hem tussen de vele dapperen te fotograferen. Gelukkig heeft hij een lichtgekleurde broek aan, dus ik heb hem daadwerkelijk op de foto staan.
Nu was mijn verwachting, gezien de in regenpakken, kaplaarzen, zuidwesters gehulde, veelal Aziatische medebezoekers, dat Jens kleddernat vanachter de vulkaan zou komen. Dat was niet het geval, slechts een paar druppeltjes opgevangen.
Onderweg stuiten we op een kerkje, sorry niet op de foto’s en een oud plaggenhuisje gebouwd voor een grot in de berg. Jens besluit om het hogerop te zoeken om te kijken wat daar dan te zien is. Ik blijf wijselijk achter, met als excuus dat toch iemand foto’s moet maken van zijn klauterpartij. Hij treft bovenaan gekomen een prachtig uitzicht en een hele berg stenen.
Omdat de maag ook wat wil en vanwege onze gezamenlijke interesse in geschiedenis, is de volgende stop het openluchtmuseum genaamd Skógasafn. Echt een aanrader. Er staat een schooltje, een collectie van plaggenhutten met verschillende functies die te zien aan het slaapkamerhutje met veel bedden een groot gezin hebben gehuisvest, een kerkje en een wat rijker huis. Er is een museum dat je meeneemt door de tijd op verschillende onderwerpen zoals reddingsdiensten, posterijen, vervoer, etc. Het leuke is dat er personen gekoppeld worden aan de informatie, met foto’s en al. Derde onderdeel is het folklore museum dat vooral prachtige voorwerpen van vroeger laat zien. Maar eerst melden we ons bij de versnaperingen. Het restaurantje dat midden in het museum geplaatst is, ziet er fantastisch uit en het eten is al even goed. Jens vergrijpt zicht aan een hotdog met frietjes, ik ga voor de vegetarische pasta. Heerlijk!!! De thee die ik bestel is bijna een evenement, met een schitterende glazen theepot en drie manieren om de thee aangenaam zoet te maken. De glimlach waarmee dit geserveerd wordt is stralend en ik weet zeker dat de thee daardoor nog beter smaakt. De lieve serveerster merkt op dat er heel veel moeders en zoons uit Nederland langskomen, Jens corrigeert. Aan haar verbaasde blik te zien, zijn wij de eerste tante en neef uit de lage landen die een bezoek brengen.
Onderweg naar Vík í Mýrdal komen we schitterende regenbogen tegen, ook later rond Vík í Mýrdal en Nesjum bij Höfn maken de prachtige bogen het mooie landschap nog fraaier. Om de bogen te fotograferen hang ik uit het autoraampje, maar die foto’s zijn niet gelukt. Gelukkig stopt Jens op beschikbare landweggetjes. Heel gezellig, want meer mensen volgen ons voorbeeld en die komen we later in de lokale supermarkten en het hotel weer tegen.
Vlak voor Vík í Mýrdal houden we nog een korte stop en bewonderen de natuur en het boerenbedrijf in zicht. We zouden melk kunnen aanschaffen op de parkeerplaats, maar we wachten op de supermarkt. Bovendien zullen we pas een paar dagen later in een huisje vertoeven, dus de melk is pas van later belang. We hadden al veel schapen gezien onderweg, ook hier een weiland vol met deze grappige dieren. Ik ben er bijzonder van gecharmeerd, maar ik moet mijn excuses aanbieden, ik heb hoogstpersoonlijk minimaal 1/6 schaap genuttigd in de vorm van vleessoep en schenkel.
We overnachten in Vík í Mýrdal. Een plaatsje met nog geen 300 inwoners. Gelukkig heeft het wel een aantal supermarkten en restaurantjes en, niet onbelangrijk, een benzinestation. Een van die restaurantjes heeft de beste Fish and Chips van IJsland, de Strondin Pub, dat hebben we getest en het klopt. Leuke pub, aardig personeel, verse heerlijke vis en de frietjes zijn gemaakt van verse piepers. Aanrader dus!
We verblijven in Hotel Vik I Myrdal voor de komende twee nachten. Helaas, ondanks het beloofde mooie uitzicht, is onze aanblik vanuit de kamer een trieste bouwsite. De regenboog geeft al een hint, er was zowel regen als zonneschijn in en rond Vik. Hoewel Vík í Mýrdal bekend staat om het fraaie zwarte strand en de basaltrotsen, bekijken we die niet vanwege een al te heftige wind en koude regen. Waarschijnlijk een verstandige beslissing, want fraaie stranden en basaltrotsen komen we later op de reis nog tegen en met een felle windstoten worden we ook nog geconfronteerd.
Positief aan het hotel is de fitnessruimte, voor Jens dan, ik beperk me tot oefeningen met de krukken zoals moddersloffen, grint crushen, klimmen met kletterende krukken en foto’s maken met bungelende gewichten aan je arm. Het restaurant is uitstekend, een heerlijk en heel uitgebreid ontbijtbuffet en uitstekende lamsschenkel voor het diner.
Overal in IJsland zien we grote groepen Aziaten, ook in het hotel. Een van de groepsleden is een jongeman gehuld in haute couture die geheel uit de toon valt tussen alle gasten die vooral gemeen hebben de stevige wandelschoenen, rugzak, muts en handschoenen en veel, heel veel gebreide kleding. Je ziet de blik van afschuw van het jongmens. Dat hij deze modegruwelen in de vroege ochtend moet aanschouwen, lijkt hem iets te zwaar op de maag te vallen. Ik knik hem toe en krijg zowaar een waterig lachje terug.
Extra informatie
De Seljalandsfoss is een van de bekendste watervallen van IJsland die op vele foto’s en kalenders wordt afgebeeld. Deze 65 meter hoge waterval in het zuiden van IJsland ligt vlak aan de ringweg. Bovendien ligt hij aan de route naar Þórsmörk, én is het mogelijk om op een glibberig pad achter de waterval langs te lopen. Net als de 15 kilometer verderop liggende Skógafoss stroomt de Seljalandsfoss over wat eens de kliffen van de voormalige IJslandse kustlijn waren. (informatie van Wikipedia)