Selius als architect

Architect

passer
Hoewel hij lang aangeduid wordt als timmerman in Oosterend verschijnt in de loop van de jaren steeds vaker de term architect bij zijn naam. Dit doet vermoeden dat hij dat pas later in zijn leven was, maar dat klopt toch niet helemaal.

We schrijven 1866 en Selius vertrekt naar Leeuwarden.  Hij is niet de eerste van de familie Timmenga die daarheen gestuurd wordt, een aantal jaren eerder verblijft oudere broer Jacobus daar ook. We zien in het bevolkingsregister van Leeuwarden van 1859 – 1876 dat hij aankomt in Leeuwarden op 28 oktober 1866 (vanuit Oosterend) en weer vertrekt naar Oosterend op 28 februari het jaar er na. In de kolom ‘beroep’ zien we dat hij timmerman is. Als hoofd van het ‘gezin’ wordt aangegeven ene Edzer Eduard Stoett, een voormalig soldaat die nu met zijn vrouw een pension lijkt te hebben, want er zijn veel verschillende personen bij ze ingeschreven afkomstig uit verschillende steden en dorpen in Friesland en van elders. Een aantal van hen is timmerman.

 

census-leeuwarden
gebouw-stoett
Herman Stoett ontwerpt een jaar na het vertrek van Selius een woonhuis met boekwinkel in Leeuwarden. Hij ontwierp o.a. ook het Marcelis Goverts Gasthuis (1877), De Harmonie (1881) en de Joodse School (1886), alle te vinden in de Friese hoofdstad.

Uit nader onderzoek blijkt dat Edzer een neef is van architect Herman Rudolf Stoett uit Leeuwarden. Deze Herman is niet alleen architect maar ook buitengewoon opzichter bij Rijkswaterstaat en hij leefde van 1837 tot 1887. Ook zijn vader Frederik August Stoett (1811 – 1885)is architect. Het is aannemelijk dat Selius van één van beiden les heeft gehad.
Hij hoefde niet meer te leren voor timmerman, immers wordt hij al als dusdanig aangemerkt en bovendien kon hij dat vak gemakkelijker leren van vader Jelle, of van opa Arjen en zelfs van één van de oudere timmerknechten in de zaak van vader en opa. Hij zal vast van kinds af aan tijd in de timmerzaak doorgebracht hebben en daar al kijkende en doende geleerd hebben.

1887-bouwtekening1-e1449310882605

Waarom hij de titel architect al niet veel eerder gevoerd heeft is een raadsel. Het kan heel goed bescheidenheid geweest zijn en misschien wilde hij de architecten met wie hij samenwerkte bij de aanbestedingen niet voor het hoofd stoten. Het is niet bewezen, maar ligt wel voor de hand, dat hij gedurende zijn werkzame leven, voor en na 1887 regelmatig zelf de huizen ontworpen heeft die hij liet bouwen op de gekochte stukken land.Het is dus hoogstwaarschijnlijk dat hij op 17 jarige leeftijd al een opleiding gekregen heeft tot architect. We zien daar voor het eerst in 1887 bewijs van. Hij maakt dan een ontwerp van een boerderij met karnmolen. Dat ontwerp is gelukkig bewaard gebleven en is bovenstaand te zien.

Ook in het Fries Museum is een tekening van zijn hand te vinden. Onderstaand de omschrijving van het Fries Museum waarbij aangetekend moet worden dat waar er staat Slachterdijk, dit Slachtedijk moet zijn en uiteraard is de naam van Selius niet helemaal correct gespeld, maar dat komt vaker voor.

Vervaardiger: Timminga, S.J.
Vervaardigingsdatum: 1914
Beschrijving: Plan voor de herbouw van een stelphuis aan de Slachterdijk onder Oosterend voor de Nederlands Hervormde Gemeente aldaar.
Schaal: 1 a 100.
Soort: Aanzichten, plattegronden, doorsneden
Identificatie: PA00784
Soort object: blauwdruk / architectuurtekening
Materiaal: papier

Als lid van de Gezondheidsraad zetel Franeker wordt hij aangemerkt als architect en maakt hij ongetwijfeld gebruik van de kennis die hij heeft op dit gebied. Hij onderhandelt in die hoedanigheid met de Gemeentes Bolsward en Franeker over het slopen van arbeiderswoningen en het bouwen van plaatsvervangende behuizing.

Architectuur in de tijd van Selius

posthuisSelius wordt geboren in het midden van de 19e eeuw. In de bouwkunst is het de eeuw van de neostijlen die aansluit bij de belangstelling voor de klassieken en het verleden.
Door de industriële revolutie zijn de technische en maatschappelijke ontwikkelingen groot. De architecten hebben echter weinig oog voor de nieuwe mogelijkheden, zij blijven maatverhoudingen, vormen en decoraties van stijlen uit het verleden gebruiken: neoclassicisme, neogotiek, neorenaissance en neobarok. Soms gebruikt men elementen uit verschillende stijlen door elkaar, dat wordt eclecticisme genoemd.

Architectuur is dan een vak waarbij men beredeneerd vaststaande regels toepast, er wordt volgens recept ontworpen met vaste (klassieke) ontwerpprincipes, maatverhoudingen, vormen en decoraties. Deze beredeneerde manier van ontwerpen noemt men rationalisme.

kerk-hidaard-vanaf-veld-klein doktershuis-oosterend

Rond 1870, de tijd dat Selius aan de slag gaat bij vader Jelle,  gaat men uit van het principe dat er een stijl is die past bij een bepaalde functie van een gebouw. Voor overheidsgebouwen en openbare gebouwen wordt de neoclassicistische stijl gebruikt, voor kerkgebouwen de neogotiek en voor villa’s geromantiseerde versies van bouwstijlen uit de eigen nationale traditie. We zien dit terug bij de vader van Selius die rond die periode zowel een kerk als een doktershuis ontwerpt en bouwt. Het doktershuis heeft een romantische stijl, de kerk heeft kenmerken van de neogotiek.
hollandia-bolsward
Selius bouwt in  1893 de melkfabriek in Bolsward. Dit is een typisch voorbeeld van de Hollandse neorenaissance die zich kenmerkt door: trapgevels, speklagen (horizontale witte lijnen in de gevel), kruiskozijnen, natuurstenen gevels, zadeldaken, zuilen, pilasters en rondbogen.
De fabriek kent drie onderdelen: links op de foto het directeurshuis, in het midden het hoofdgebouw van de fabriek en rechts een bijgebouw. Het directeurshuis en het hoofdgebouw hebben zadeldaken in carré, het bijgebouw een gewoon zadeldak. Bij het hoofdgebouw zien we een gevel waarbij er centraal een uitbouw is met daarop de dan moderne versie van een trapgevel.

kruiskozijnen

Ruim toegepast zijn de speklagen, ze zijn terug te vinden on de beide fabrieksgebouwen. Als we inzoomen op de foto, zien we bij de ingang een soort kruiskozijnen, maar in het grootste deel van de fabriek bestaan de ramen uit twee delen. De rondbogen zijn wel duidelijk aanwezig.
We zien ook duidelijk verschil tussen de drie gebouwen. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de drie verschillende functies van woonhuis, hoofdgebouw en bijgebouw.

posthuis-zuilenBij het Posthuis in Heerenveen dat hij 8 jaar eerder bouwt, in 1885, zien we wel duidelijk de kruisramen terug.  Zie de foto links en de eerste foto op deze pagina. De kenmerkende speksteenlagen zijn ook duidelijk te zien, zo ook de rondbogen. De trapgevel is achterwege gelaten. Voor de fabriek zullen pilaren of zuilen niet van toepassing geweest zijn. Die geven niet het goede beeld van de functie van het gebouw. Bij het Posthuis, een uitgaansgelegenheid, zien we dat er aan de kant van het café restaurant wel pilaren aangebracht zijn.
boerderij-neoclassOok boerderijen werden soms gebouwd in de Hollandse neorenaissance stijl zoals te zien is bij deze boerderij de Haskera Zathe bij Jelsum. Heeft Selius de boerderijen die hij bouwde zo ontworpen?  We weten het niet, misschien combineert hij het moderne met het klassieke waarbij hij het praktische niet uit het oog verliest.  Gezien de opbouw van zijn bedrijf en andere activiteiten is dit wel te verwachten. Hij lijkt een modern mens te zijn die zich geheel in de geest van de tijd inzet voor goede doelen en het bestrijden van ziekte en armoede. Ook zijn bedrijf zet hij modern op, maar zonder de traditie uit het oog te verliezen. Hij blijft bij de traditie van zijn vader en grootvader door het timmermansvak en het aannemerschap voort te zetten, maar zet intussen ook vol in op de handel in onroerende goederen.

Bronnen en foto’s: kunst-19e-eeuw.blogspot.nl, Hettinga Stichting, kustvaartforum.com, joostdevree.nl, Allefriezen.nl, ir. drs. Taeke J. Harkema, veiling.catawiki.nl, Fries museum

 

Naar menu Selius