Veel van de stukken land die Selius aanschaft worden door hem verpacht. Buiten dat heeft hij een aantal panden in bezit die hij verhuurt. Er zijn twee brieven bewaard gebleven met betrekking tot de verhuuractiviteiten van Selius en er is een aantal advertenties in de krant verschenen. Ook is er een akte betreffende de verhuur van terpbouwland.
Onderstaand enkele voorbeelden hiervan.
1893 – Winkelhuis in Oosterend
Er staat in de advertentie dat er in het winkelhuis een manufacturenzaak gevestigd was. In zo een zaak werden stoffen verkocht en andere benodigdheden voor het maken van kleding en andere textielproducten zoals naalden en draden.Het pand lijkt ook geschikt te zijn voor een kruidenier.
Bij een kruidenier worden in die tijd onder andere verkocht: levensmiddelen zoals zout, suiker, rijst, peulvruchten, bloem, custard, olie en margarine, siroop, thee, koffie en cacao, tabaksartikelen en poetsmiddelen, borstels en klompen. Later worden met name de manufacturenzaken de kledingmagazijnen de warenhuizen, de kruidenierszaken worden later de supermarkten.
Begin 1900 – Huis nummer 12 in Oosterend
IJsbrand Elgersma huurt net voor het einde van de 19e eeuw huis nummer 12 in Oosterend van Selius. In een brief aan Selius verklaart IJsbrand dat hem de huur is opgezegd per 1 januari 1900 en dat hij dus voor 12 mei van dat jaar het huis zal verlaten ten behoeve van de nieuwe eigenaar Douwe Bootsma. Selius heeft het betreffende huis aan Douwe verkocht.
Begin 1900 – Huis nummer 210 onder Oosterend
Hij verhuurt huis nummer 210 onder Oosterend aan Dirk Posthuma. Het betreft de Polle State. Helaas betaalt de heer Posthuma zijn huur niet en dat is de reden dat Selius op 26 december 1903 een deurwaarder opdracht geeft om een akte op te stellen waarbij de huurovereenkomst beëindigd wordt. Dirk en zijn echtgenote, die volgens de akte bij hem woont, hebben geluk, want ze hebben tot 12 mei 1904 de tijd om het pand te ontruimen en te verlaten.
1904 – Boerenhuizinge Oosterend
In februari 1904 biedt Selius een boerenhuis bij Oosterend te huur aan. Blijkbaar is er niet al te veel belangstelling want in de advertentie valt te lezen dat het huis inmiddels ook gekocht kan worden.
1907 – Royaal burgerhuis in Oosterend
Het is moeilijk te bepalen welk huis dit geweest is. Veel van de huizen in Oosterend liggen aan het vaarwater.
1918 – Terpbouwland onder Achlum
We weten dat Selius regelmatig terpbouwland koopt en terpen afgraaft en de terpaarde verkoopt. Onderstaand zien we een contract waarbij hij zelfs tijdens het afgraven van de terp de grond al verhuurt. Uit familieverhalen is bekend dat hij veel stukken grond blijft verpachten en uit de akt
es weten we dat hij sommige van de afgegraven stukken weer verkoopt. We zien in onderstaand contract in de voorwaarden dat er met beide scenario’s rekening wordt gehouden omdat de huurder potentiële kopers of nieuwe huurders toegang tot het stuk land moet geven.
In maart 1919 sluit hij via dezelfde notaris een contract af over het afvoeren van de terpaarde. Zie de pagina terpaarde.
Huurcontract
De ondergetekende Selius Jelles Timmenga, taxateur wonende te Oosterend verklaart verhuurd te hebben aan den mede-ondergeteekende Kornelis Oepkes van der Boom, gardenier wonende te Kimwerd die verklaart in huur te hebben aangenomen: |
Bronnen en foto’s: Tresoar, Leeuwarder Courant via Delpher, Openluchtmuseum Arnhem |
Naar menu Selius |