Heinrich en Maria wonen vanaf 1912 in de 2e Sweelinckstraat. Waar ze daarvoor wonen is niet bekend, maar wel in Den Haag. Misschien zelfs wel al in de wijk Duinoord. Die wijk wordt gebouwd in de negentiger jaren van de negentiende eeuw. Waar ze ook gewoond hebben rond 1900, een middagje uit in Scheveningen zal ongetwijfeld regelmatig op het programma gestaan hebben.
Heinrich is dan ongeveer 35 jaar oud en Maria net in de 30. De kinderen zijn nog klein en kunnen volop genieten van het spelen in het zand.
Vervoer
Vanaf Duinoord is het nog geen 4 km naar de boulevard en dat is goed te belopen, maar er reden ook trams, rond 1900 lijn F (de huidige lijn 9) een elektrische tram aangedreven door accu’s. Uiteraard kon men ook een rijtuig bestellen. Een of twee decennia later is het gezin Hetzel wellicht in het bezit van een auto.
Op de foto is de weg naar Scheveningen te zien. Het is waarschijnlijk de Badhuisweg. Van een oude zwart/wit foto is een kleurenlitho gemaakt.
Kleding
Naar Scheveningen gaan was in die tijd heel anders dan nu. Men droeg nauwelijks andere kleding dan in de stad. Misschien was de jurk iets lichter van kleur en de pantalon van het kostuum ook, maar het dragen van een stropdas was niet ongewoon. Dames droegen hoeden en tijdens het baden mutsen. Een kleurtje krijgen door de zon hoorde bij de lagere klasse, dus dat wilden de dames uit de middenklasse en welvarende laag van de bevolking ten koste van alles vermijden. Ook droegen de dames kousen, onder de jurk maar ook onder het badpak.
Rond 1880 verscheen het tweedelige badkostuum dat we in 1900 nog zien. Het bestaat uit een kniebroek en tuniek met korte mouwen. Het badpak werd meestal uitgevoerd in de kleuren rood, blauw of zwart. De pakken waren erg warm en niet geschikt om mee te zwemmen. Een muts beschermde het haar en het gezicht tegen de zon.
Ook werd er gebruik gemaakt van parasols. Alles om maar een kleurtje te vermijden. Strepen en stippen waren erg in zwang bij vrouwen, de mannen hielden het bij gestreept.
Op het strand en in de zee
Om te baden nam men vaak een koetsje dat een eindje de zee in werd getrokken. Zo kon men onopvallend baden en had men niet te veel bekijks.
Een badkoets is een kar met twee of vier wielen om badgasten de zee in te rijden. Badkoetsen zijn al in gebruik langs de Nederlandse kust vanaf de negentiende eeuw en ook nog in het begin van de twintigste eeuw. Heinrich en Maria zullen er ongetwijfeld gebruik van gemaakt hebben.
De kar was voorzien van een linnen kap of van een houten hutje met een deur naar de achterkant. De binnenkant was ingericht met een paar bankjes, een spiegel, ophanghaken voor de kleren en een bellenkoord. Dat laatste was nodig om aan te geven dat men weer naar het strand gereden kon worden. De badkoets werd met badgast en al in zee gereden, meestal met behulp van paarden.
In het wagentje kon je je dus omkleden: er hingen een badkostuum en een handdoek klaar.
Als je je in het badkostuum had gehesen, klopte je op de wand, het teken dat het paard vertrekken kon. Eenmaal in zee bleef je daar zo’n 40 minuten rond spartelen, afgeschermd voor nieuwsgierige blikken door een zeil, wat ook wel een fatsoenskap genoemd werd, zodat de bader meer privacy had en veelal onder toezicht van ‘n badmeester, die je kon komen helpen als je kopje onder ging (in het reglement stond dat je ’ten alle tijde grond onder de voeten’ moest voelen!)
Als je klaar was met baden, of je wilde je dagje strand zonder nat te worden doorbrengen, kon je strandstoelen huren. Dat waren gevlochten stoelen.
Als ‘uitvinder’ van de gevlochten strandstoel wordt wel de Duitse mandenmaker Wilhelm Bartelmann genoemd. Hij vlocht in 1882 een stoel voor een oude, reumatische dame, die graag op het strand zat. Deze stoel met kap en bekleding beschermde haar tegen de wind. Daarna ging de vrouw van Bartelmann dergelijke stoelen verhuren.
In Nederland werden al langer stoelen van wilgenteen met bekleding gemaakt, maar ze werden eerst nog niet op het strand gebruikt. In 1856 verhuurde een vissersweduwe in Scheveningen al wel zulke stoelen en rond 1900 waren ze een vertrouwd beeld geworden op de Nederlandse stranden. Welgestelde badgasten zaten er van top tot teen gekleed in en genoten zo, beschermd tegen wind en/of zon, van de frisse en gezonde zeelucht. Gevlochten strandstoelen bleven in gebruik tot ze rond 1960 steeds meer werden vervangen door opvouwbare en comfortabelere stoelen.
De Oude Vette Hen
De Oude Vette Hen, de broodfabriek waarvan Heinrich vennoot is en directeur, heeft ook een dependance in Scheveningen. We zien die onderstaand op de foto’s. De foto’s zijn van rond 1920, ook de gekleurde foto, die is gebaseerd op de vergeelde foto. De kleding is dan al enigszins aangepast aan de vrijetijdssetting van het strand en de boulevard, maar echte vrijetijdskleding was het zeker nog niet.
Foto’s
Gemaakt door H.H. Radier
Foto’s gemaakt door amateurfotograaf Hendrik Heere Radier (buurman van de Hetzels).
|
Library of Congress
Foto’s uit 1900 die d.m.v. kleurenlithografie zijn omgezet naar kleur. Van de Library of Congress in Washington.
|
Diverse foto’s
Diverse foto’s van rond 1900 over Scheveningen.
|
Bronnen en foto’s: Een duik in de geschiedenis van de badmode geschreven door Judith van Amelsvoort, KLEURENFOTO’S (DEEL 1): DEN HAAG, HONDERD JAAR GELEDEN – geschreven door Nick Muller, wittebrugpark.nl, zandvoortvroeger.no, Nederlands Openluchtmuseum, Library of Congress Washington |
Menu stamreeks Hetzel |
Heinrich Robert Hetzel |