Johannes Petrus van de Camp

Geboorte en jeugd

Johannes Petrus wordt gedoopt in Rindern en waarschijnlijk wordt hij daar ook geboren. Hij komt uit een geslacht van landbouwers met invloed, want enkelen van hen waren naast landbouwer ook schepen. Rindern is een klein oord niet ver van de stad Kleef en ook vlak bij de Nederlandse grens.

Als hij geboren wordt, heeft hij één oudere halfzus (9 jaar ouder), twee oudere broers en een oudere zus. Een halfbroertje en een broertje beiden Petrus genoemd, zijn dan waarschijnlijk al overleden. Er volgen nog meer broers en zussen. Twee jaar later wordt Fredericus geboren, in 1720 en in 1722 respectievelijk Bernardus (wordt maar 1 jaar oud) en Mechtildis (overlijdt als ze 5 jaar oud is), daarna Bernardus (overlijdt op 21 jarige leeftijd) en de jongste twee zijn Mechtildis en Aleida. De benjamin is 16 jaar jonger dan Johannes.

Waarschijnlijk omdat de twee oudere broers Petrus overleden zijn en de naam belangrijk is voor het gezin van de Kamp, wordt Johannes als Petrus aangeduid in alle inschrijvingen vanaf zijn huwelijk. We zullen hem dan ook zo noemen.

Hoewel hij twee oudere broers heeft en waarschijnlijk niet zo veel van het familiebedrijf overneemt, wordt Petrus geheel in de traditie van zijn familie landbouwer. Hij woont in Rindern en daar zal ook zijn grond geweest zijn. Er was in de tijd behoefte aan akkerbouwers want tabak roken werd steeds populairder en er was dus steeds meer vraag naar. Al vanaf het midden van de zeventiende eeuw wordt er in Gelderland en omstreken tabak verbouwd. Het is één van de redenen waarom Gelderland en ook het stukje net over de grens floreerde. De kans is aanzienlijk dat ook Petrus tabak verbouwd heeft en mogelijk ook zijn voorouders. Wat daar ook voor spreekt is dat we weten dat zijn jongste zoon tabaksplanter was.

Tabaksteelt Hoe gaat het in de tijd van Petrus in het werk: Na het planten van de tabak moet men hakken en schoffelen en ‘inschoppen’, dit is het steviger in de aarde zetten van de planten door met een schopje of krabber de aarde rondom de stengels op te hogen. Dan moeten de toppen van de plant worden afgeknepen. Hoe eerder en lager de plant getopt wordt, des te dikker en breder deze wordt. Door het toppen ontstaan er uitlopers van de bladoksels. Deze moeten verwijderd worden, maar nadat de bladeren geplukt zijn laat men de bovenste zitten, zodat men hiervan nog een naoogst heeft. Bij het oogsten worden eerst de onderste bladeren geplukt, daarna de bovenste bladeren en als laatste nog de uitlopers. De bladeren worden naar de schuur gebracht en bij ieder blad wordt in het onderste deel van de middelste nerf een ongeveer 10 cm lange insnijding gemaakt, het snijden van de tabak. De bladen worden door de ingesneden spleet aan spijlen geregen zo dat ze elkaar niet raken. De spijlen worden daarna opgehangen om de bladeren te laten drogen. Het drogen van de onderste bladeren duurt korter, ongeveer 4 weken, bij de bovenste bladeren gaan er 5 tot 6 weken overheen. Bij vochtig weer stookt men een vuurtje in de schuur of het woonhuis, niet geheel ongevaarlijk natuurlijk. Als de bladeren droog zijn zorgt de fermentatie ervoor dat de tabaksbladeren pas ‘echt’ tabak worden.

Huwelijk en kinderen

Petrus trouwt in 1747 met Petronella Janssen, dochter van Bernardus Janssen en Aleida Thijsen. Zusje Mechtildis trouwt later met een broer van Petronella, Theodorus.

Het eerste kindje Theodorus is pas 5 jaar oud als hij overlijdt op 11 september 1758.

Van de jongste zoon, Johannes Wilhelmus, is bekend dat een achterkleinzoon zich later vestigt in Amerika en er een bakkerij begint. Johannes Wilhelmus, die later Jan Willem wordt genoemd, verhuist net als broer Petrus naar Gelderland, maar hij vestigt zich in Elst. Zijn beroep is tabaksplanter. Ook zijn zoon Evert is tabaksplanter. De zoon van Evert, Theodorus, is bakker in Elst, diens zoon Theodorus Everardus Hendrikus van de Kamp vertrekt met bijna geen geld op zak naar Amerika en start daar een bakkers bedrijfje, dat groots uitgroeit. Klik hier voor informatie.