Maatschappelijke functies

Selius is niet alleen actief als zakenman, maar staat ook op andere manieren midden in de maatschappij. Hij is politiek actief in de gemeente en is volmacht en bestuurslid bij de waterschappen. Maar dat is niet alles, hij is lid van een aantal verenigingen, is afgevaardigde bij de gezondheidsraad van de provincie Friesland en richt een uitvaartvereniging op.

Veel van zijn activiteiten zijn op het sociale vlak. Hij heeft oog voor de medemens en wil zich daarvoor inzetten. Hij is oud geworden, 86, dus er zijn hem ook veel jaren gegund. Hij heeft de tijd die hij kreeg vol aangegrepen en niet geschroomd om deel te nemen aan initiatieven om zo bij te dragen aan een betere maatschappij.

1875 Schoolcommissie

G-18750203-schoolcommissie
Eigenlijk zien we van het feit dat Selius onderdeel uitmaakte van de schoolcommissie Hennaarderadeel alleen maar zijn vraag om eervol ontslag uit deze commissie. Dit ontslag moet aangevraagd worden bij de gemeenteraad. Het verzoek tot ontslag wordt betreurd en er wordt gemeld dat zowel Selius als de andere persoon die zijn lidmaatschap opzegt, de Gavere, wakkere mannen zijn die een reeks van jaren als ijverige leden werkzaam zijn geweest. Zie verder het artikel uit het tijdschrift De Wekker, weekblad voor onderwijs en schoolwezen jaargang 32 van 3 maart 1875.

1883 Nieuwjaarscommissie

18831228-nieuwjaarscommissieRuzie over Spek

G-spekEigenlijk zien we als bewijs van zijn lidmaatschap van de Nieuwjaarscommissie Oosterend alleen maar een krantenartikel in de Leeuwarder Courant van 25 december 1883 waarin staat dat hij, samen met de heren Heeg en Gaastra, net voor Nieuwjaar de commissie opheft. Gezien de tekst van het stuk zal hij wel al in het voorgaande jaar / de voorgaande jaren lid zijn geweest. Twee partijen krijgen van de drie ondertekenaars een veeg uit de pan, de Armvoogdij en de nieuwe leden van de commissie die telkens niet op komen dagen.

1886 Friesche IJsbond

18860419-penningmeester-ijsbondG-schaatserOp 19 april in het jaar 1886 wordt Selius secretaris-penningmeester van krite 19 van de Friesche IJsbond. De bond wordt in datzelfde jaar op 13 maart opgericht. We kunnen dus veilig aannemen dat hij de eerste secretaris-penningmeester is van regio 19. We kunnen in de aankondiging lezen dat die krite Hennaarderadeel bevatte.
We vinden vooralsnog geen verdere aanwijzingen over eerder of later lidmaatschap. De kans is vrij groot dat Selius gevraagd is deze post te bekleden omdat hij zich al eerder een goed secretaris en penningmeester getoond had. We zien hem verder niet meer genoemd in verband met schaatsen of welke andere sport dan ook.
Buiten dat had de bond een doel (zie onderstaand) dat misschien niet helemaal handig was voor een deel van de klantenkring van Selius die de van hem afgenomen terpaarde of sloopmateriaal per schip wilde vervoeren.

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 18 maart 1886: “Te Leeuwarden is opgericht een Friesche IJsbond, welke zich ten doel stelt om in de provincie Friesland te waken voor de ijsbelangen en te verkrijgen dat het ijs voortaan niet meer onbruikbaar wordt gemaakt door stoombooten of door het te sterk afstroomen van het water door de zeesluizen. Een honderdtal belangstellenden traden al dadelijk bij de eerste bijeenkomst tot het lidmaatschap toe.”

bordje-friese-ijsbondAls een soort ANWB neemt de IJsbond de verantwoordelijkheid voor het beheer van de bevroren waterwegen. In de geschiedenis bestaan voorbeelden van vechtpartijen vanwege boten die dwars door het ijs beuken op weg naar hun bestemming. Dat die ijs partijen gebruikt werden voor wedstrijden én het dagelijkse verkeer maakte deze schippers niets uit, waarna de woedende bevolking tot de aanval overging.

1894 – 1898 Door Arbeid ter Verbetering

18950103-oprichting-door-arbeid-afd-hennaarderadeel
Op 18 juli 1894 wordt de vereniging met de mooie naam ‘door Arbeid ter Verbetering opgericht. De vereniging wordt door Friese notabelen en adel opgericht en richt zich op de provincie Friesland.

Het doel van de vereniging is als volgt: “zooveel mogelijk de sociale nooden in ’t algemeen, en de werkloosheid in ’t bijzonder in die provincie te beperken”. In het Algemeen Handelsblad wordt hier uitgebreid verslag van gedaan. Lees hier de twee artikelen.

Al snel worden er regionale verenigingen opgericht. Zo ook in Hennaarderadeel waar Selius samen met een aantal anderen in januari 1895 de afdeling voor die regio opricht. De advertentie waarin belangstellenden opgeroepen worden om deel te nemen verschijnt op 3 januari in de Leeuwarder Courant. Op dezelfde pagina valt te lezen dat er ook in Baarderadeel een afdeling opgericht zal worden. Dat is nog eens een goed voornemen om het jaar mee te starten.

G-graafwerkzaamheden1Op 23 januari wordt de afdeling daadwerkelijk opgericht en krijgt de naam ‘Wommels en omstreken’. De Leeuwarder Courant bericht er 5 dagen later over en noemt de vergadering vrij druk bezocht. Met al 75 leden bij oprichting, lijkt die kwalificatie wat ingetogen. De deelnemende dorpen zullen gezamenlijk niet meer dan 2.500 inwoners gehad hebben, waarvan een flink aantal behorende tot het arme deel van de bevolking. In dat perspectief is 75 een enorm aantal. Selius is gekozen tot bestuurslid.
In 1896 zien we voor het eerst een verslag van ‘Wommels en omstreken in de krant verschijnen. Daarin valt te lezen dat er een algemene vergadering van de vereniging zal plaatsvinden in Leeuwarden en dat de heeren J. Heg en S. Timmenga namens de afdeling afgevaardigd zullen worden.
18950124-oprichting-door-arbeid-afd-hennaarderadeelAlle goede voornemens ten spijt lijkt het de afdeling ‘Wommels en omstreken’ niet te lukken om veel van de grond te krijgen. In 1898 doet de Leeuwarder Courant verslag van de ledenvergadering, waarin ook duidelijk wordt dat de belangstelling taant. De leden geven echter niet op en hopen dat een spreker de interesse van streekgenoten weer zal opwekken. Selius wordt met algemene stemmen herkozen tot bestuurslid. Het doorzettingsvermogen dat hij laat zien bij zijn zakelijke activiteiten, toont hij ook hier. Hij geeft bij dit goede doel niet op. Toch heeft blijkbaar het contact met het centrale orgaan niet het juiste effect gehad, noch de eventuele spreker, want de afdeling ‘Wommels en omstreken’ wordt na dit verslag in de kranten niet meer genoemd. Selius sluit zich blijkbaar niet aan bij één van de afdelingen, althans is daarvan niets terug te vinden.

1898 Organisatie koninginnenfeest

18980806-koninginnefeestOp 6 augustus 1898 zien we een summier bericht in de krant over de aanstaande Koninginnedag, maar dat geeft interessante informatie. Er is blijkbaar al een organisatiecomité van de Anti Revolutionaire Partij maar die wil niet samenwerken bij het organiseren van de festiviteiten. De reden daarvan is dat de personen waarmee samengewerkt moet worden voorstanders zijn van openbaar onderwijs. Waarschijnlijk zijn al die personen lid van de liberale kiesvereniging in het dorp. Het feit dat Selius voor openbaar onderwijs was, is in lijn met het feit dat hij geen lid lijkt te zijn van een kerkgemeenschap. Zie de pagina Selius en het geloof. Echter kan het nadelig zijn geweest als zijn potentiële klanten wel gelovig waren en dan over het algemeen voorstanders van gelijke rechten in het onderwijs.

G-vlag-wimpelOverigens was er al openbaar en bijzonder onderwijs (onder bestuur van ouders en vaak geloof gerelateerd), de discussie ging over de financiën. De openbare scholen vielen onder verantwoordelijkheid van het openbare bestuur en werden dus gefinancierd door de overheid. Dat was niet het geval bij de bijzondere scholen. Financiële gelijkheid zou pas in 1917 tot stand komen, dus de discussie over dit onderwerp zal in de gemeenschap in Oosterend nog jaren lang regelmatig gevoerd zijn. In ieder geval voelt Selius zich er door genoodzaakt om samen met wat gelijkgestemden een tweede koninginnenfeest te organiseren.

Vanaf 1891 werd Koninginnedag echt gevierd. De viering was op 31 augustus, de verjaardag van Wilhelmina. Wilhelmina was toen al koningin maar onder regentschap van haar moeder Emma. Op 6 september 1898, een week na haar achttiende verjaardag, wordt Wilhelmina in de Nieuwe Kerk in Amsterdam ingehuldigd als koningin.

1900 – 1936 Begrafenisvereniging De Laatste Eer

Wieringer_begrafenis_mannenIn 1900 komt een aantal heren bijeen, waaronder Selius, en richt de begrafenisvereeniging “De laatste Eer Easterein” op.
Het uitgangspunt is op een basis van vrijwilligheid, onderlinge solidariteit en nabuurschap en/of een christelijke levensvisie, zorg te verlenen op het gebied van begeleiding van nabestaanden na een overlijden, het verzorgen van de overledene en deze, overeenkomstig zijn of haar wensen, een waardige uitvaart te geven.

Het oprichten van een begrafenisvereniging was geen overbodige luxe. In die dagen viel het begraven van een overledene onder de burenplicht. Buren werden bij een sterfgeval letterlijk uit hun werk geroepen en werden geacht om alle zaken rond de begrafenis voor hun buur te regelen. De familie van de overledene kon zich onttrekken aan de burenplicht.
begrafenis-boerderijMet het veranderen van de tijdsgeest was dat systeem achterhaald. Het kwam steeds vaker voor dat mensen in de buurt van een sterfgeval uit hun werk werden geroepen en tegen een vergoeding hun burenplicht aan anderen overdroegen. Soms ontstonden hierdoor chaotische toestanden. Het gevolg was dat de “hulp” soms van heel ver moesten komen. Behalve deze omstandigheden, zijn er vele werkzaamheden die beter verricht kunnen worden door een begrafenisvereniging.

Het bestuur van de vereniging bestaat bij oprichting uit: S.J. Timmenga (voorzitter), T.Y. Vellinga (secretaris), Joh. Rienstra (penningmeester), W.O. Kamminga, (algemeen lid) en P.K. Vellinga (algemeen lid).

Om verschillende redenen vertrekken al deze oprichters al in 1906 uit de vereniging met uitzondering van Selius.

De contributie werd bij oprichting vastgesteld op fl. 0,75 cent per jaar voor alleenstaanden en op fl. 1,50 voor een gezin. Ook betalen de leden fl. 0,20 instapgeld. Het totale bedrag dat hiermee geïnd wordt zal niet meer geweest zijn dan fl. 200,-. Dat is omgerekend naar de huidige tijd € 2500,-. Er moet nog kapitaal opgebouwd worden. Bovendien waren er jongere, maar ook oudere leden en het is dan ook niet verwonderlijk dat er al snel een nadelig saldo was, vooral omdat er in het begin van het bestaan van de vereniging veel sterfgevallen waren. Door het verhogen van de contributie en het ontvangen van giften verdwijnt dit tekort in de loop der jaren.

In de dertiger jaren wordt de vereniging blijkbaar ook belangrijk genoeg om in de kranten genoemd te worden. We zien dan korte berichten verschijnen over de jaarvergadering, vooral over het herkiezen van Selius als voorzitter en over de financiën. In 1933 wordt er wat meer uitgeweid en zien we dat Selius op 83 jarige leeftijd zijn voorzitterschap wil opgeven maar dat de leden dit niet willen. Hij zal dus geliefd geweest zijn. Hij geeft gehoor aan het protest want in 1934 op 3 februari zien we een verslag in het Friesch Dagblad van de ledenvergadering. Hij blijft tot aan zijn dood voorzitter. Dat kunnen we zien aan de rouwadvertentie die de vereniging plaatst bij zijn overlijden.

1902-1912 Gezondheidsraad

G-openraamIn 1902 werd krachtens de eerste Gezondheidswet (1901) de Centrale Gezondheidsraad ingesteld.
De eerste Gezondheidswet regelde de instelling van een Staatstoezicht op de Volksgezondheid, dat inspecties uitvoerde. De Centrale Gezondheidsraad moest hieraan leiding geven. Die raad, bestaande uit de hoofdinspecteurs van het Staatstoezicht en particuliere deskundigen, kreeg daarnaast de taak de regering van advies te dienen.
In de daarop volgende jaren bleek dat de dubbele taak – besturen én adviseren – voor problemen zorgde. TBC-niet-spuwenDe Centrale Gezondheidsraad adviseerde adequaat, maar faalde als bestuursorgaan. In 1919 bracht de tweede Gezondheidswet verandering: de regering nam zelf de leiding van het Staatstoezicht in handen en de Centrale Gezondheidsraad zou voortaan alleen nog advies uitbrengen. Vanaf dat moment bestond deze uit wetenschappers en vertegenwoordigers van maatschappelijke en beroepsorganisaties. De naam werd kortweg Gezondheidsraad. De adviezen aan de regering konden zowel maatschappelijke als wetenschappelijke vraagstukken betreffen.

G-19021202-oprichting-zetels-gezondheidsraad1
G-19021202-oprichting-zetels-gezondheidsraad

Op 2 december van het oprichtingsjaar verschijnt er een bericht in de Leeuwarder Courant waarbij bekend wordt gemaakt wie er verkozen zijn voor de gezondheidscommissiën. Er blijken 11 commissies te zijn, waarbij Selius verkozen is tot lid van de commissie met de zetel in Franeker (no. 6). Het is niet duidelijk welke gemeenten daarbij horen, maar de leden van de zetel Franker komen uit Franeker, Franekeradeel, Barradeel en Hennaarderadeel. De benoeming is voor de duur van 5 jaar en gaat in op 1 januari 1903. Hij wordt architect genoemd en is dan 54 jaar oud.

5 jaar later, in 1907 zien we dat Selius herkozen wordt. In dat zelfde verslag wordt melding gemaakt dat er in 1907 maar liefst 13 bijeenkomsten zijn gehouden. Helaas wordt er niet uitgeweid over de zaken die die bijeenkomsten eventueel hebben voortgebracht. In 1908 wordt er van de benoeming van Selius als lid (benoemd door de commissaris der Koningin in Friesland) nogmaals gewag gemaakt. In het betreffende artikel uit de Leeuwarder Courant, is te lezen dat de commissie veel bereikt heeft in 1907 in de verbetering van leefomstandigheden en gezondheid. In 1909 wordt er verslag gedaan over de verbeteringen in 1908. Ook uit andere bronnen komen positieve verhalen. Meer informatie over Selius en de Gezondheidsraad.

Na 1909 vinden we Selius niet meer terug in verband met de gezondheidsraad. Als we er van uitgaan dat hij de vijf jaar volgemaakt heeft, heeft hij zich toch 10 jaar ingezet voor de commissie. In 1912 is hij 63 en mogelijk vond hij ‘bijtekenen’ voor nogmaals vijf jaar te lang.

1918 – 1923 Elektriciteit in Oosterend

Het is niet verwonderlijk dat Selius betrokken is bij de komst van elektriciteit in Oosterend. Hij fungeert vaak als vertegenwoordiger van groepen in de gemeente Hennaarderadeel of in het dorp Oosterend. Bovendien bouwde hij de eerste elektriciteitscentrale in Friesland in Grouw in 1911. Zeven jaar na dato is het zover. Er wordt, hoogstwaarschijnlijk onder leiding van Selius, een vereniging opgericht met de naam Coöperatieve Vereniging Electrische Centrale Verlichting Oosterend. Er wordt een akte opgemaakt door Klaas Gorter, notatis te Wommels. Selius treedt op als gelastigde. We zien in de akte de leden genoemd waaronder het college der kerkvoogden van de NH kerk. Onder de leden is Jan Jacobus Timmenga, timmerman.
Een interessant stuk uit de akte is rechts te lezen. Voor alle 11 pagina’s zie de speciale pagina over deze rol van Selius.

In 1923 zien we nog een akte waarin de statuten worden aangepast.

1919 – 1927 Friesch Genootschap Leeuwarden

1919-FrieschGenootschap-eerste-pagina Voluit is de naam van dit genootschap: Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid-, en Taalkunde te Leeuwarden.
Selius wordt genoemd als lid van het genootschap in 1919 en in 1927.
Op de startpagina van het verslag wordt mooi de tijdsgeest weergegeven. Ook zien we daar wat van terug in de ledenlijst. Die bestaat naast Selius uit 2 vrouwen; Mevrouw de Douairière Jhr. Mr. T. AE. J. van Eijsinga geb. Luit, ”s-Gravenhage en Mevrouw de wed. Fontein Tuinhout, ”s-Gravenhage, de overige leden zijn ca. 100 mannen.G-schilderijBij het 99ste verslag, in 1927, is Selius (hij is dan 78 jaar oud) nog steeds, of weer lid, samen met twee keer een J. Timmenga uit Leeuwarden. Het aantal leden is vertienvoudigd en er zijn ook al veel meer vrouwen lid.
Bronnen: sportgeschiedenis.nl, Leeuwarder Courant, Tresoar, grootsneek.nl, Het Alhemeen Handelsblad, gezondheidsraad.nl, Noordwesthoek Vroeger, Vereniging De Laatste Eer Easterein. Spaarnestad Photo, Historische Vereniging Wieringen, het Geheugen van Nederland, webklik.nl, pbtdoetmee.nl

 

Naar menu Selius