Hoofdpersoon: | Johannes Gerardus Mallé |
Ouders: | Simon Malley en Cornelia Schuyl |
Geboorte: | 16 oktober 1768, Den Haag – Zuid-Holland |
Huwelijk 1: | 13 maart 1796, Den Haag – Zuid-Holland |
Huwelijkspartner 1: | Christine Koelega |
Huwelijk 2: | 25 januari 1837, Den Haag – Zuid-Holland |
Huwelijkspartner 2: | Evertje Staartjes |
Overlijden: | 13 april 1848, Den Haag – Zuid-Holland |
Geboorte
In de onderstaande aktes kunnen we zien dat Johannes Gerardus Rooms Katholiek gedoopt wordt als Gerardus en ook bij de inschrijving bij het eerste huwelijk Gerardus genoemd wordt. Pas later wordt zo af en toe de naam Johannes toegevoegd. Het is niet duidelijk waarom dat gebeurt. Rechts zien we een voorbeeld. Bij het huwelijk van dochter Geertruij in 1832 wordt Gerardus, Johannes Gerardus genoemd en bij de huwelijkse bijlagen is een document waarin het overlijden van zijn vrouw Christine bevestigd wordt. Er staat huisvrouw van Johannes Gerardus Mallee.
We weten wel dat twee zoons van Gerardus en Christina, Johannes Christiaan heten en beiden op jonge leeftijd (3 maanden en 2 maanden oud) overlijden. Misschien is dat een reden geweest om de naam toe te voegen? Mogelijk ook omdat hij een jongere broer heeft die zo heet. Wellicht is die (ook) vroeg overleden? Nog een reden kan zijn dat de peter van Gerardus ook Johannes Gerardus heet, Johannes Gerardus Lotter.
Een ambtelijke vergissing kan het niet geweest zijn, want we zien hem de naam Johannes Gerardus een aantal maal gebruiken en als bode kon hij lezen en schrijven.
Doopinschrijving. Gerardus is gedoopt in de Boskantkerk |
De Boskantkerk
In 1713 stelde de Franse ambassadeur in den Haag zijn kapel aan de Prinsessegracht ter beschikking voor openbare Missen. Sinds die tijd konden katholieken gaan kerken aan ‘de boskant’ (de rand van het Haagse Bos) zoals dat werd genoemd.
De kerk was in Den Haag de eerste plaats van openbare katholieke eredienst na de reformatie. Helaas werd de Boskantkerk (die officieel sinds 1768 de Antonius van Padua kerk heet) zwaar beschadigd door het bombardement op het Bezuidenhout in de Tweede Wereldoorlog en moest worden afgebroken.
Links een foto uit 1910 van het interieur van de kerk.
Rechts een prent uit 1850. dus uit de tijd van Gerardus.
Huwelijk
Gerardus trouwt op 13 maart 1796 met Christine of Christina Koelega of Coelega. Christine wordt gedoopt op 13 november 1774 in Den Haag. Ze is dus 6 jaar jonger dan Gerardus. Haar vader heet Adrianus, haar moeder Geetruy van der Heyden. Over de stamreeks Koelega is door anderen het nodige uitgezocht. De voorouders van Christine lijken voornamelijk uit Den Haag te komen. De stamvader is Jacob Coelegauw, overleden in 1747 in Den Haag.
Christine overlijdt op 56 jarige leeftijd op 7 april 1831. Zes jaar na haar overlijden trouwt Gerardus op 68 jarige leeftijd met de 62-jarige Evertje. Gelukkig kan het echtpaar nog 11 jaar van het huwelijk genieten. Gerardus overlijdt op 79 jarige leeftijd, Evertje overleeft hem.
Kinderen
Uit het tweede huwelijk uiteraard geen kinderen.
Eerste huwelijk met Christine Koelega
Voornamen | Geboortedatum | Geboorteplaats |
Simon Hendrik | 28 oktober 1793 | Den Haag – Zuid-Holland |
Gerardus Andreas | 16 juli 1796 | Den Haag – Zuid-Holland |
Johannes Christiaan | 1 januari 1798 | Den Haag – Zuid-Holland |
Adreanus Theodorus | 3 oktober 1799 | Den Haag – Zuid-Holland |
Geertruij Christina | 30 november 1801 | Den Haag – Zuid-Holland |
Johannes Christiaan | 12 maart 1804 | Den Haag – Zuid-Holland |
Pieter | 24 februari 1806 | Den Haag – Zuid-Holland |
Johannes Christiaan | 18 april 1807 | Den Haag – Zuid-Holland |
Johanna Christina | 11 juni 1808 | Den Haag – Zuid-Holland |
Christina Maria | 4 juli 1810 | Den Haag – Zuid-Holland |
Antonie Martinus | 9 oktober 1812 | Den Haag – Zuid-Holland |
Maria | 1 april 1815 | Den Haag – Zuid-Holland |
Willem Christiaan | 15 juli 1817 | Den Haag – Zuid-Holland |
Christine en Gerardus krijgen 13 kinderen in een tijdsbestek van nog geen 24 jaar. Helaas overlijdt een aantal kinderen al jong. In ieder geval de twee zonen die Johannes Christiaan heten, maar waarschijnlijk ook Pieter en Maria. Het eerste kind, Simon Hendrik, wordt voor het huwelijk geboren. Toch zal het wel de oudste zoon zijn, gezien de naam Simon, hij is dus vernoemd naar de vader van zijn vader, wat gebruikelijk is voor de oudste zoon.
In jaren in het eerste kwart van de negentiende eeuw wordt er maandelijks een boekje uitgegeven met een nogal omvangrijke titel. In de editie van April 1815 wordt de geboorte van Maria vermeld. Zie de afbeeldingen. In het boekje over 1817 zien we de geboorte van Willem Christiaan vermeld staan, zoon van Gerhardus Mallée en Christina Koelega.
In het boekje van 1814 wordt de ondertrouw van zoon Simon Hendrik met Adrienne Jeanne Guillemine Mosset, ook geboren en getogen in Den Haag vermeld. De ondertrouw vindt plaats in december. In hetzelfde boekje staat het overlijden van Elisabeth Mallé, 1 jaar oud, uit Kortenbosch. Elizabeth is mogelijk ook een dochter. Als dat het geval zou zijn, dan weten we waar het gezin Mallée woonde in 1814.
Kinderen in de krant
Er is een aantal krantenberichten bewaard gebleven waarin de kinderen van Gerardus en Christine een rol spelen.
Daarbij valt op dat Adreanus in 1830 vrijwillig heeft gediend ten tijde van de Belgische opstand en de Tiendaagse Veldtocht. Wellicht is hij Hermanus Jansen tegengekomen die hetzelfde deed. Zie de pagina over Hermanus Jansen en de pagina over de Tiendaagse Veldtocht. Andreanus was tamboer, dat is te lezen in de Nederlandsche Staatscourant van 18 januari 1841 waar hij verschijnt op de lijst van mannen die hun aandenken aan deze strijd nog niet hebben uitgereikt gekregen.
Ook heeft zoon Simon Hendrik nogal een roerig huwelijk dat eindigt in een scheiding en zo te zien een ruzie in 1842. In 1842 en zelfs nog in 1843 verschijnen er krantenberichten over de uitgesproken scheiding en van de ex-eega van Simon te vergelijken met het krantenbericht van 6 april. Simon zelf lijkt (wijselijk?) de stilte te bewaren. In 1840 zoekt hij een huis op stand.
In 1845 krijgt stadsonderwijzer Mallee hoog bezoek. De stadsonderwijzer is zoon Antonie Martinus. Een week later wordt hij weer genoemd. Hij wordt nu bezocht door de in onderstaand knipsel genoemde lieden. In 1851 wordt hij weer bezocht door hooggeplaatsten, hoewel dat minder aansprekende namen zijn.
Gebaseerd op de krantenknipsels lijkt het er op dat de familie Mallée tot de (gegoede) middenstand behoorde. Hoewel Gerardus zelf niet in de krant verschijnt is hij toch bode en dat was een beroep met aanzien. Hij heeft een zoon die onderwijzer is en hoog bezoek krijgt. Hoewel zoon Simon in een vechtscheiding belandt, is er blijkbaar wel iets om over te vechten, dus ook die was niet arm.
Van de meeste andere kinderen weten we ook het beroep of het beroep van de partner: Gerardus wordt wagenmaker, Adrianus wordt na zijn vrijwillige deelname aan de strijd tegen de Belgen stratenmaker, Geertrui trouwt met een verver, Johanna huwt een timmerman, Christina een wijkbediende (wijkagent), Maria trouwt een behanger en Willem wordt Timmerman.
Lapstraatje
We weten uit de overlijdensinschrijving van Johannes Christiaan uit 1804 dat het gezin toen in het lapstraatje woonde. Het lapstraatje werd voorheen eerst (H)Anna Wittestraat genoemd, daarna Lapstraat, in ieder geval in de periode 1730 – 1804 Lapstraatje, later Annastraat en zo heet de straat nu nog.
Links een foto van de Annastraat uit 1930.
Rechts een omschrijving van het Lapstraatje uit 1730.
Beroep
Johannes Gerardus wordt in vroegere aktes aangeduid als pakketdrager, later als bode. Rechts zien we een zogenaamde bodebus. Dit woord is afgeleid van de koker, bus, waarin het bericht door de bode vervoerd werd. Later werd dit een soort wapen dat door de bode op de borst of aan de riem gedragen werd. De bodebus rechts is van zilver gemaakt door A. Wegman in 1804. Alle bodes van het Haagse stadsbestuur droegen dit draagteken op de borst om herkent te worden als bode, dus ook Gerardus (hij heette toen al Johannes Gerardus) zal deze bodebus gedragen hebben.
Het beroep bode
Vóór 1800
In de tijd van Gerardus communiceerden landsheren en bestuurders met elkaar via brieven die werden bezorgd door boodschappers. Omdat men zeker wilde zijn dat de berichten in goede orde werden bezorgd bij de juiste bestemming, stelden zij speciale beëdigde beambten aan die deze bezorging als taak hadden. Het beroep van stadsbode was niet geheel zonder gevaar. Hij moest soms reizen door weer en wind en over vaak slecht onderhouden wegen, waar hij ook nog het gevaar had dat hij beroofd kon worden. En indien hij een slechte boodschap moest bezorgen liep hij het risico om zelf de woedende reactie te moeten incasseren.
De taken van de stadsbode, later gemeentebode, bleven niet beperkt tot het bezorgen van documenten en berichten. Omdat de stadsbode een beambte was die betrouwbaar diende te zijn, was deze ook zeer geschikt om te dienen als deurwaarder. Behalve betrouwbaar diende de bode voor de uitoefening van zijn taken ook te kunnen lezen en schrijven. Vanaf de 17e eeuw raakt de stadsbode steeds meer betrokken bij werkzaamheden op het stad- of dorpshuis.
Stadsalmanak
In de achttiende eeuw krijgen veel stadsbodes aanvullende inkomsten door stadsalmanakken uit te geven. Zij waren door hun werk van veel zaken goed op de hoogte en werden een bron van informatie. De boekjes voorzagen een wie-is-wie in het stadsbestuur en boden daarnaast aanvullende informatie zoals een kalender. Men vond er gegevens over de marktdagen, de getijden van de zee en de tijden van zonsopkomst en ondergang. Daarnaast boden ze onder meer kronieken, proza of poëzie ter ontspanning.
Bronnen en foto’s: Haags Gemeente Archief, Wikipedia, Haags Historisch Museum, Wikipedia, Family Search |
Stamreeksschema Jansen Mallee |
menu (afgeschermd) |