Theodorus van de Kamp

Hoofdpersoon: Theodorus van de Kamp
Ouders: Petrus van de Kamp en Wilhelmina van Luinen
Gedoopt: 4 april 1804, Oud-Zevenaar – Gelderland
Huwelijk: 21 juni 1833, Oud-Zevenaar – Gelderland
Huwelijkspartner: Elisabeth Aleven
Overlijden: 3 mei 1858, Oud-Zevenaar – Gelderland

Geboorte en jeugd

Oud Zevenaar en weilandenTheodorus wordt geboren en groeit op in het Gelderse Oud-Zevenaar. Zijn vader is daar onderwijzer net als zijn opa van de kamp. Hij wordt in 1804 geboren als één na jongste kind van Petrus en oudste kind van Wilhelmina. Hij heeft bij geboorte vier halfbroers die nog in leven zijn. Voor hij ter wereld komt, zijn er twee halfbroertjes overleden en één halfzusje. Het tweede en jongste kind van moeder Wilhelmina, een volle zus dus van Theodorus, Joanna Maria, wordt geboren in juni 1805.
Als Theodorus 4 jaar oud is, in 1807 zijn er in Zevenaar: 14 schoenmakers, 14 timmerlieden, 12 kleermakers, 6 wevers, 5 bakkers, 4 metselaars, 4 schilders, 2 kuipers en 1 slachter. De bovenlaag wordt gevormd door onder meer twee ‘medisch doctores’, twee notarissen, een chirurgijn, een paardendokter en de vader van Theodorus die als onderwijzer tot de notabelen van het dorp behoort.
18040404-doop-theodorus

Nationale Militie

Nationale militie en de registers

SoldaatMilitieregisters is een overkoepelende term voor de administratie van dienstplichtige mannen. In Nederland werd in 1811 de dienstplicht (conscriptie) ingevoerd. Vóór de Franse overheersing bestond het leger uit vreemdelingen, landlopers en avonturiers. In 1814 werd bepaald dat op iedere 100 inwoners één militielid moest worden aangewezen. Op 27 februari 1815 werd daartoe de eerste Militiewet van kracht en deze werd twee jaar later vervangen door de wet voor oprichting van de Nationale Militie.
Omdat er met vrijwilligers alleen niet aan de norm werd voldaan, bestond de Nationale Militie vanaf toen, naast de vrijwilligers, uit ingelote dienstplichtigen. Voor de loting moest iedere mannelijke inwoner die dat jaar zijn negentiende levensjaar zou bereiken zich inschrijven in de woonplaats van zijn ouders. Een provincie werd daarvoor ingedeeld in militiedistricten van circa 100.000 inwoners, die vervolgens werden ingedeeld in ieder tien kantons. Er werd geloot per kanton.
We zien onderstaand dat Theodorus uitgeloot was, dus tot geen dienst verplicht. 

Ook zien we dat hij:
* 1 meter 72 lang was
* blauwe ogen en lichtbruin haar en dito wenkbrauwen had
* en een opstaand voorhoofd, ronde kin, grote neus en ordinaire (gewone) mond


1823-Nationale militie Theodorus

Huwelijk

Theodorus trouwt op 28 juni 1833 in Zevenaar met de 7 jaar oudere Elisabeth Aleven. De echtelieden zijn respectievelijk 29 en 36 jaar oud. Ongetwijfeld omdat Elisabeth al op hogere leeftijd is, blijft het aantal kinderen beperkt tot twee. Het zal geen keuze geweest zijn, want als goed katholiek streefde je naar een groot gezin. Zeker als je vader koster ter plaatse was en dat was de vader van Theodorus (en waarschijnlijk Theodorus later zelf ook). Ook had Theodorus een redelijk inkomen, dus dat mag geen beperking geweest zijn.

Noch Theodorus, noch Elisabeth lijken eerder getrouwd geweest te zijn.

 

Woning van Theodorus en PetrusTheodorus gaat met zijn gezin wonen in het huis naast de kerk. Het witte huis is te zien op de foto links. Het is tevens de kosterswoning, dus Theodorus zal net als vader Petrus koster geweest zijn.

Waarschijnlijk wordt dit huis genoemd in de memorie van successie onderstaand.

Elisabeth Aleven

Elisabeth wordt gedoopt op 23 maart 1797 in Groessen bij Duiven. Ze is de dochter van Richardus Aleven (of Aloeven, of Aloven) en Maria Hofs. Vader Richardus is dagloner. Ze overlijdt ruim na haar echtgenoot op 14 augustus 1873 in Zevenaar. Ze is 76 jaar oud geworden.

In 1861, als helaas haar dochter overlijdt, wordt duidelijk dat ze tapster van beroep is. Waarschijnlijk wordt ze dat pas na het overlijden van echtgenoot Theodorus in 1858, hoewel ook niet uitgesloten is dat ze al eerder het beroep uitoefende. Tenslotte zijn er slechts twee kinderen die beiden volwassen zijn voor 1858 en was het inkomen van een onderwijzer / koster / organist nu niet zo hoog, lager dan men gezien de status mocht verwachten.

Hoe dan ook, Elisabeth is in 1861 tapster. Uit de memorie van successie van dochter Maria kunnen we opmaken dat ze niet in dienst was, maar de tapperij zelf gerund heeft. In de memorie staat de waarde van de in de zaak aanwezige drank en tabak aangemerkt als onderdeel van de nalatenschap van Maria.

De volgende zaken zijn aanwezig

Product Prijs in gulden Leverancier
Tabak 38,94 Gebroeders Zwartendijk Rotterdam. Dit is een firma die uiteindelijk meer dan 100 jaar zal bestaan. De getoonde zak tabak is uit ca. 1900
Bier  49,- Th. Groen uit Zevenaar. Dit moet waarschijnlijk de Groen zijn, een brouwersgeslacht uit Zevenaar. Het is deze Th. de Groen of één van zijn nazaten die Brouwerij de Klok in Groenlo koopt. Later gaat deze brouwerij samen met de Enschedesche Stoombierbrouwerij en dat is het ontstaan van Grolsch Bierbrouwerijen.
Wijnen 67,98 J.J. Kroets uit Doesborgh
Jenever  32,- Jan Jansen uit Zevenaar

Overigens staan hiertegenover een hoop schulden bij de pastoor en de armenkas.

Waarschijnlijk betreft het herberg, later café de Pelikaan, naast de kerk gelegen.

Kinderen

Voornamen Geboortedatum Geboorteplaats
Maria Petronella 18 januari 1835 Oud-Zevenaar – Gelderland
Petrus Hendricus Everhardus 3 september 1837 Oud-Zevenaar – Gelderland

Maria Petronella wordt niet oud. Zij overlijdt al op 8 juni 1861 en is dan 26 jaar oud. Ze is vrijgezel en uit de memorie van successie kunnen we opmaken dat ze een tijd verpleegd is geweest. De na het overlijden openstaande kosten voor de verpleging en geneesmiddelen bedraagt 60 gulden. De inboedel van het huis waar ze woont, het huis van haar moeder Elisabeth, wordt geschat op bijna 600 gulden. Een zesde deel was aan Maria toegewezen. Dat zal het kindsdeel geweest zijn vanuit de erfenis van haar vader. Haar goud wordt geschat op 30 gulden, haar kleding op 50 gulden.
Moeder Elisabeth is tapster en waarschijnlijk zij ook. In ieder geval wordt er ook inventaris opgemaakt van de aanwezige drank en tabak.
Er wordt een behoorlijk bedrag uitgegeven aan de begrafenis. De begrafenis inclusief kerkdienst kost 100 gulden, de kist 12 gulden.

Opleiding

18250101-nieuwe-bijdragen-ter-bevordering-van-het-onderwijs-en-de-opvoeding-examen-thIn het tijdschrift ‘Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding’ van oktober 1825 zien we dat ene Theodorus Henricus van de Kamp geslaagd is voor zijn examen en ondermeester is in Oud Zevenaar. Hij zou dan 23 jaar oud zijn volgens het tijdschrift. Dit kan haast niet onze Theodorus zijn, want die is in oktober 1825 21 jaar oud en wordt gedoopt als Theodorus, dus zonder de tweede naam Hendrikus. Misschien is het een neef? Een zoon van één van de broers van vader Petrus? Of het nieuws is niet goed doorgekomen en er staan fouten in.

Beroep

St. Martinuskerk in Oud-ZevenaarTheodorus volgt zijn vader in 1832 op als onderwijzer en hoofdmeester van de St. Martinusschool in Oud-Zevenaar. Bovendien wordt hij koster en organist.

We zien onderstaand knipsels uit het tijdschrift ‘Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding’ waarin de vacature, sollicitatie en tenslotte het benoemen van Theodorus te zien zijn. De bovenste twee knipsels behoren bij één artikel en zijn van het tijdschrift van maart 1832, het knipsel waarin vermeld wordt dat Theodorus wordt aangenomen is van juli van dat jaar.

Vooral de informatie over de vacature is interessant. We zien het inkomen van de onderwijzer, koster, organist en het aantal leerlingen. Dat laatste varieert want in de zomer moesten veel kinderen meewerken op het land. Vandaar dat het aantal kinderen dat in de voorjaars- en zomermaanden naar school ging minder dan de helft is van het aantal in de koude maanden van het jaar. Ook is opvallend dat er betaald moest worden en wel 7 1/2 cent per week, maar dan kon je alleen maar meedoen aan de lessen lezen en schrijven. Er moest nog eens hetzelfde bedrag neergeteld worden voor rekenen.

1832-prijzenUiteindelijk maakte het niet zoveel uit blijkbaar want het overgrote deel van de ouders kon de 7 1/2 cent al niet opbrengen. Dat is op zich niet verwonderlijk. Veel van de vaders waren dagloners en die moesten in de zomer het grootste deel van het inkomen binnenhalen. Vandaar ook dat er met het hele gezin gewerkt moest worden. Een volwassene verdiende ca. 100 cent per dag en dan is 71/2 cent per kind per week best aanzienlijk. Je kon er aardig wat aardappelen mee kopen, zie de tabel rechts. Over deze tabel: die is in euro centen, de 7 1/2 cent is gulden cent.

Al met al geen grootse reclame voor de vacature, maar het zal toch al min of meer beklonken zijn dat Theodorus de werkzaamheden van zijn vader overnam. Hij zal de werkzaamheden van organist, koster en onderwijzer wellicht al uitgevoerd hebben gedurende de sollicitatieprocedure die toch al met al een aantal maanden lijkt te duren. Wat er niet in de advertentie staat is interessant. Er is immers ook een kostershuis. We mogen toch aannemen dat naast het ‘genot van een stukje Land’ er ook te genieten viel van een gratis te bewonen kostershuis. Daar woonde de moeder van Theodorus nog waarschijnlijk en mogelijk hij zelf ook.

De in het artikel genoemde bedragen voor het tractement en toelage zullen waarschijnlijk per jaar geweest zijn. Als we dan gaan rekenen verdiende Petrus en nu Theodorus dus per maand f. 4,16 tractement + f. 2,50 toelage + f. 3,33 stukje land + f. 5,- huur van het huis + f. 30,- leergeld = ca. 45,- per maand. Dat is ongeveer 5 gulden per maand meer dan een meester timmerman in die tijd verdiende.

18320301-nieuwe-bijdragen-ter-bevordering-van-het-onderwijs-en-de-opvoeding-rol-ondw-oz 18320301-nieuwe-bijdragen-ter-bevordering-van-het-onderwijs-en-de-opvoeding-rol-ondw-oz-218320701-nieuwe-bijdragen-ter-bevordering-van-het-onderwijs-en-de-opvoeding-aanstelling-th

Het kerkbestuur van Oud-Zevenaar laat in 1834 aan de overzijde van de Kerkweg een nieuwe school bouwen. In 1837 telt de parochie Oud-Zevenaar (in die tijd omvattende Oud-Zevenaar, Babberich, Grieth, Kwartier, Ooy, Zweekhorst en Holthuizen) 349 huizen en ongeveer 2.200 inwoners, waarvan ongeveer 2.050 Rooms Katholiek en 130 Hervormd. Het overgrote deel van de bevolking is werkzaam in de landbouw.
Letterkast van PrinsenOp bovenstaande foto uit 1918 staat de Oud-Zevenaarse parochiekerk met geheel links (nog net zichtbaar) de school uit 1834, die tot 1897 als zodanig dienst heeft gedaan. Vanaf 1897 zal het schoolgebouw gebruikt worden als catechismuslokaal en weer later als opslagplaats. In nog latere jaren staat op deze locatie het parochiehuis / dorpshuis “de Tichel”, dat inmiddels ook al niet meer bestaat.

Op het onderwijs in het Oud-Zevenaarse schooltje is volgens een rapport van hoofdinspecteur Wijnbeek heel wat aan te merken.
“Het onderwijs is zeer achterlijk: geen verstandsontwikkeling, de oude spelmethode, lezen op eenen treurigen toon zonder achtgeeving op de leesteekens .Het schrift is matig. Er is ook gebrek aan orde, hetgeen niet te verwonderen is in eene school van 350 kinderen zonder ondermeester”.

1745 - St. Martinuskerk en kostershuisTer verdediging van Theodorus: De meeste kinderen zullen afgestevend zijn op een leven ten dienste van de landbouw of ze nu intelligent waren of niet, dat is wat hun ouders deden en dat was hun voorland. Veel geld voor middelen zal er ook niet geweest zijn en dat wordt al aangegeven, want er is blijkbaar geen budget voor een ondermeester. Het is nog knap dat hij een school geleid heeft met in het begin 190 en uiteindelijk 350 plattelandskinderen die vaak zo jong mogelijk thuis aan de slag moesten en ongetwijfeld niet zo gewend waren aan stilzitten.

Op de tekening zijn de kerk en het kostershuis van de andere kant te zien. In de eerste twee jaar zal het onderwijs nog plaats gevonden hebben in het kostershuis, lange tijd het huis van zijn vader, dat tevens dienst deed als school.
Theodorus zal waarschijnlijk in dit huis geboren zijn en er later ook wonen.

Pedagogisch boek

1850-centsprent
Centsprent uit ca. 1850 – vast erg pedagogisch en humoristisch bedoeld – beetje twijfelachtig…

Een van de pedagogische werken die Theodorus zeker zal hebben geraadpleegd en gebruikt is van Dr. J.A. Stapfs met de titel Opvoedingsleer in den geest der Katholijke kerk. Dit werk is eerst vertaald naar het Hoogduitsch en later naar het Nederlands door een priester genaamd Th. Brouwer. Deze vertaling, die bijna 400 pagina’s beslaat, bevat als extra nog aantekeningen van de priester en wordt uitgegeven in 1845 in Arnhem. Het werk wordt aanbevolen door A. Terwindt de toenmalige Aartspriester van Gelderland. Dr. J.A. Stapfs is Domheer en Consistoriaalraad te Brixen (Zuid-Tirol), Professor-emeritus der Moraal- en Opvoedkunde.
1845-theodorus-vermeld-in-pedagogisch-boek
Het werk bevat na de inleiding en inhoudsopgave een naamregister van h.h. inteekenaren. In deze lijst vinden we Theodorus.

Het is een interessant werk met soms opvallend zinnige aanwijzingen en ideeën die in de tegenwoordige tijd ook nog goed zouden standhouden, andere denkbeelden, de meeste, zijn zoals te verwachten valt ietwat achterhaald. Hoewel het overduidelijk is dat het boek vooral gaat over het katholiek opvoeden van de kwekelingen, zoals de leerlingen genoemd worden, staan er ook praktische en wereldse zaken in als gijmnastische oefeningen, gezond voedsel en de vorming van het spraakvermogen.

bedreigingen-en-straffen
Het hoofdstuk Bedreigingen en straffen vinden wij, gelukkig, tegenwoordig niet meer van toepassing. Sterker nog, als een leraar het nu in zijn hoofd zou krijgen om dit uit te voeren, dan was hem geen lange carrière als docent beschoren en zou de gevangenispoort alvast open staan. Het is overigens ook heel vreemd om te lezen dat een kind dat ietwat traag was, maar verstoken moest blijven van eten totdat de taak afgerond was. Zeker in de klas bij Theodorus waren er vele arme hongerende kinderen die waarschijnlijk juist door een gebrek aan eten en vitamientjes geen razend tempo gehad zullen hebben. Rechts het eerste deel van het hoofdstuk.

jan-steen-schoolklasDe vraag is trouwens of de schrijver van het werk rekening heeft gehouden met klassen van honderden leerlingen en maar één arme onderwijzer. Vast niet en het zal Theodorus vast niet gelukt zijn om de hele ‘methode’ van dr. Stapfs uit te voeren. We hopen natuurlijk stiekem dat hij met name het deel over straffen maar heeft overgeslagen. Aangezien er op enig moment een gebrek aan orde geconstateerd wordt, zie bovenstaand, is dat ook nog redelijk aannemelijk en dat zou hem tot een aangenaam mens maken.
Klik hier om het hele boek in pdf te zien.

Muziek

oud-orgelZowel Theodorus als vader Petrus zijn dus organist van de kerk en moeten muzikaal geweest zijn. Een kerkorgel is nu niet het meest gemakkelijke instrument om te bespelen. Het orgel waarop Theodorus en zijn vader speelden lijkt niet meer te bestaan. Er is wel een prachtig orgel in de later gebouwde Mariakerk in Oud Zevenaar. Op de website Oud Zevenaar valt veel te lezen over de St. Martinuskerk en de Mariakerk. Van de geschiedenis tot het prachtige interieur en de kunstwerken.

Onderstaand een geluidsfragment van het Ave Verum Corpus K. 618 van Mozart gespeeld door Lonato del Garda op het orgel van de Basilica di San Giovanni Battista

Gebeurtenissen en overlijden

Pokken of variola was een uiterst besmettelijke en levensbedreigende virusziekte die de mensheid eeuwenlang heeft geteisterd. Zo is in de afgelopen drieduizend jaar één op de tien mensen gestorven aan het pokkenvirus. Diegenen die een epidemie overleefden, beschikten daarna vaak over voldoende afweer.

George Washington lijdt aan de ziekte de pokkenDe ziekte wordt veroorzaakt door het pokkenvirus. Er zijn twee soorten: de minder gevaarlijke Variola minor en de bij niet-ingeënten meestal dodelijke Variola major.

Pokken kwamen epidemisch voor en maakten in golven grote aantallen slachtoffers in de Middeleeuwen en daarna. De ziekte was een belangrijke doodsoorzaak, rond de 30% van de besmette personen overleed eraan, inclusief verschillende monarchen, dus de ziekte trof rijk en arm. ook George Washington leed aan de ziekte

Theodorus overlijdt jong, hij is pas 54 jaar oud, als hij op 2 mei 1858 sterft. De oorzaak is de pokken. Er is dat jaar in Zevenaar een epidemie uitgebroken.

Helaas is dat niet de enige ramp die zich in de omgeving van Theodorus voltrekt.
1804 – net geboren – In Ambt Lijmers (Liemers) sterven tientallen mensen, ook in Zevenaar als gevolg van een tyfusepidemie (“zenuwkoorts” of “zenuwzinkingskoorts). Ook andere delen van de Liemers worden getroffen met onder andere in ‘s-Heerenberg 20 doden, in Westervoort 15 doden en in Wehl 24 doden.
1805 – 1 jaar oud – Om de verdere verspreiding van tyfus tegen te gaan, geeft de Kleefse overheid (op verzoek van burgemeester G. Botticher) het Zevenaarse stadsbestuur opdracht om de vastenavondfeesten (carnaval), die van 24 tot 26 februari 1805 plaatsvinden, te verbieden. De tyfusepidemie blijft echter in de Liemers slachtoffers maken; alleen al in het kerspel (parochie) Oud-Zevenaar sterven 66 van de 139 lijders. In Groessen overlijden in 1805 29 mensen aan tyfus.
1806 – 2 jaar oud – In Zevenaar-stad sterven 6 mensen aan tyfus. Ook in de volgende jaren vallen er doden door tyfus.
1809 – 5 jaar oud – Na een strenge vorstperiode veroorzaakt begin januari een ophoping vaan ijsschotsen in het Bylants kanaal een enorme vloed door de Oude Rijn en Nederrijn. De dijken breken op twee plaatsen door, bij de Toetenburg onder Ooy en bij ’t Loo. Op 13 januari is het Liemerse land daardoor een grote met ijs beladen watervlakte, waarin door een hevige storm ontwortelde bomen en daken van verwoeste huizen voortdrijven. Een opvolgende vorstperiode verandert het land vervolgens in een ijsvlakte. Lees er hier meer over.
Tekening van Zevenaar1812 – 14 jaar oud – met uitzondering van slechts enkele dagen in augustus regent het in 1816 van half mei tot in november vrijwel onafgebroken. Zevenaar en omgeving zijn veranderd in een moeras. De oogst gaat verloren. De schade is enorm. Er is ook geen gras meer zodat ook het vee getroffen wordt. Bittere armoede is het gevolg en veel mensen voeden zich met voedsel dat onder normale omstandigheden aan varkens gegeven wordt. Pas in de 20e eeuw hebben wetenschappers vastgesteld dat de tijdelijke klimaatverandering die de wereld in 1816 heeft getroffen, het gevolg is van de enorme vulkaanuitbarsting van de Tambora op het eiland Sulawesi in de Indonesische Archipel. Aan het begin van de 19e eeuw duurt het maanden tot jaren voordat nieuws van de andere kant van de wereld onze omgeving bereikt maar ook als men het toen eerder geweten had zou niemand een verband gelegd hebben tussen de vulkaanuitbarsting en de tijdelijke klimaatverandering.
1820 – 16 jaar oud – Als gevolg van het overlopen van de Babberichse overlaat, stijgt het water op zondagochtend 23 januari zo sterk dat de de gehele gemeente Zevenaar, inclusief een groot deel van de stad, onder water komt te staan. Veel mensen worden volkomen verrast door het water en moeten met aken gered worden. De gemeente Zevenaar telt dan ongeveer 2600 inwoners, waarvan er ca. 1000 in het stadje zelf wonen.
1822 – 18 jaar oud – De rode loop (dysenterie) eist in de gemeente Zevenaar in de periode augustus tot half oktober zestien slachtoffers.
1822 – 18 jaar oud – In de winter van 1822 / 1823 heerst een roodvonkepidemie in Zevenaar-stad. Meer dan twintig mensen sterven als gevolg hiervan.
1827 – 23 jaar oud – Roodvonk, in deze tijd ook wel scharlakenkoorts of Scharlachfieber genoemd, maakt in Zevenaar drie dodelijke slachtoffers.
1836 – 32 jaar oud – Op 29 november raast een uiterst felle storm over de Liemers. Ook in Zevenaar is er veel stormschade. Zo lopen ook de protestante school en kerk grote schade op.
1845 – 41 jaar oud – Overvloedige regenval heeft tot gevolg dat meer dan 75% van de oogst verloren gaat. De aardappelteelt verrot vrijwel volledig. Ongeveer dertig procent van de bevolking is afhankelijk van de bedeling.
1846 – 42 jaar oud – Door de aardappelziekte gaat opnieuw een groot deel van de aardappeloogst verloren; omdat bovendien ook de rogge- en tarweoogst door een muizenplaag mislukken is er een groot voedseltekort.
1847 – 43 jaar oud – De overheid roept 2 mei uit tot algemene biddag. Na twee eerdere jaren met een mislukte aardappeloogst is er opnieuw door de aardappelziekte, alsmede de hoge graanprijzen, een ernstig voedseltekort. Op diverse plaatsen is er onrust onder de bevolking.
1850 – 46 jaar oud – Rivierwater, dat op 5 februari door de hoge waterstand als gevolg van ijsophoping over de Liemerse overlaat spoelt, zorgt er voor dat ook een groot deel van Zevenaar onder water komt te staan.
1858 – overlijden – Pokkenepidemie in Zevenaar.

Memorie van Successie

Er is een testament gemaakt door Elisabeth en Theodorus op 2 januari 1835, vlak voor de geboorte van dochter Maria Petronella. Bij het overlijden van Theodorus zien we dan ook de Memorie van Successie. Klik hier om dit document te zien.

Bronnen en foto’s: Geldersarchief, Wikipedia, is Geschiedenis, OudZevenaar.nl, liemershistorie.nl, CBS, Chris van Keulen – over rampen in Zevenaar, Delpher, Google Books
Schema van de Kamp van der Voort
menu
(afgeschermd)